Maak je geen illusie: het grote publiek, ook dat buiten Zuid-Limburg, heeft nog nooit of slechts zeer ten dele, iets vernomen over de GPD, afkorting die ooit stond voort Grote Provinciale Dagbladen, daarna voor Gemeenschappelijke PersDienst toen ‘provinciaal’ al een beetje een scheldwoord was geworden, daarna nog eens Geassocieerde PersDiensten en in het buitenland Netherlands Press Association, hetgeen uiteraard meer suggereerde dan het was.
De GPD was een complete krantenredactie die zetelde in een deftig pand het Lange Voorhout in Den Haag, maar die zelf geen krant maakte, het was een persbureau voor een aantal regionale kranten in den lande. Dat was voor die redactie een permanente frustratie: ‘konden we maar zelf een krant maken.’ Ze maakte elke dag een journalistieke productie die niet onderdeed voor die van landelijke kranten als NRC Handelsblad, Trouw of de Volkskrant, maar kon slechts afwachten wat de redacties van de (laatstelijk twintig) aangesloten bladen, inderdaad voornamelijk regionale kranten in de ‘provincie’, ervan heel lieten.
Ik maakte dat van dichtbij mee toen ik het jaar 1976 op die redactie doorbracht, als ‘afgevaardigde’ van het Limburgs Dagblad, met als specifieke taak het bijeengaren van het Haagse nieuws dat alleen voor de Limburgse lezers van belang was en dat door de ‘algemene’ redactie van de GPD niet of maar ten dele ‘gecovered’ werd. Elke ochtend werd er tijdens de redactievergadering flink gekankerd op de aangesloten krantenredacties, die weer eens artikelen onverantwoord hadden ingekort en/of er betweterig aan hadden zitten knoeien.
Ik keek daar enigszins anders tegenaan: ik was toch maar mooi aangeland in het centrum van de ‘echte’ journalistiek, zag vrijwel dagelijks beroemde collega’s als Henk Hofland en Kees Lunshof aan het werk en zat kruk-aan-kruk met de bewindslieden van het kabinet-Den Uyl aan de bar in Nieuwspoort.
De redactie van de GPD was onder de leiding van de uitbundig besnorde hoofdredacteur Jan van Beek een swingende aangelegenheid waar van alles kon – collega Harry K. was bijvoorbeeld een dag of tien spoorloos, hij had ‘per ongeluk’ een vliegreis rond de aardkloot gemaakt en hoewel dat met veel huisregels eigenlijk niet strookte, moest het wel kunnen, vond iedereen en daarna vertrokken we voor het happy hour naar Café De Stubs in de Parkstraat.
Waar ik Djamila, die naaste medewerkster van Jan van Beek was, diep in de ogen keek en daarin zowat verdronk, en de rest behoeft hier geen vermelding.
De GPD bleek daarna nog mooier dan ik toch al dacht, in 1976 beleefden we bovendien de warmste en mooiste zomer van ons leven en toen we naar Limburg vertrokken deden we dat met veel weemoed. Nog jaren daarna hielden we contact met de collega’s maar zoals dat gaat: na 36 jaar werkt er natuurlijk bijna niemand meer die er in 1976 ook al was, van het statige pand aan het Lange Voorhout verhuisde de GPD eerst naar een enorm kantoor in de Casuariestraat en zit tegenwoordig in Rijswijk, op een saai industrieterrein. Ver weg van de Stubs, Nieuwspoort, Sauer en de ’s Gravenhaagsche Eet- en Drinkgelegenheid, als die nog bestaan.
En daar werken nog vijfenveertig mensen die morgen, 31 december, allemaal ontslagen worden, want de GPD verdwijnt voorgoed, waardoor? Kort samengevat: overbodig geworden door de groeiende teloorgang van het zelfstandige dagblad in Nederland en de om zich heen grijpende vloek van het kapitalisme met winstoogmerk en daarmee samenhangende contentproductie.
De glorietijd is allang voorbij, het was niet eens een echte krantenredactie, maar het voelt toch als een gevoelig verlies.
Weer verdwijnt een deel van mijn leven spoorloos. Een lichtpunt: Djamila is er nog, die koos tijdig eieren voor haar geld.
_____
Foto: Het was vaak feest bij de GPD, getuige deze foto, vermoedelijk uit 1976, in Café De Hooischuur aan de Haagse Hooikade.
______
Kijk hier voor interessante aanvullende informatie.
______