Dalila heet ze en ze is veertig en naar menselijke maatstaven niet direct moeders mooiste, maar daar heeft de zilverrug die haar bevruchtte kennelijk geen problemen mee. Want Dalila is veertig jaar en dus stokoud en staat op de kalender voor het werpen van een kerstkindje. Je zou haar trouwens op het eerste gezicht verwarren met een ouder gorillamannetje zoals ze daar hoog in haar kooi zit en enigszins laatdunkend naar het opgewonden publiek kijkt dat gelukkig ook weer niet in al te groten getale is opgedoken. Binnen en buiten het glas duikelen de gorilla- en mensenkinderen intussen gezellig in het rond, de gorillakinderen winnen het uiteraard, zoals ze zich ondersteboven van dikke touwen laten glijden en elkaar achterna zitten, waarbij ze struikelen over de huppelepupkuifapen die hun kooi delen.
Het is de dag voor Kerstmis, we hebben een vrijkaart voor de dierentuin en die moet je dus niet laten verlopen en we hebben er ook al schande van gemompeld dat parkeren vierenhalve euro kost. En we hebben er mooi weer bij, we aarzelen zelfs of we op het terras zullen gaan zitten, later, voor de lunch.
Voor de rest heerst er betrekkelijk rust in ‘de leukste dierentuin van Nederland’, GaiaZoo in Kerkrade, al moet je dat met een lichte korrel zout nemen. De doodshoofdaapjes zitten officieel binnen, maar door het zachte weer rennen ze in de buitenkooi langs touwen en over de ondersteboven opgehangen kerstboom. De lynxen zitten te soezen in het waterige zonnetje of het hoogzomer is, en hun jongen worden uitgebreid maar toch enigszins landerig gelikt. De cheetahs krijgen vandaag de prijs voor de zieligste afgevaardigden van het dierenrijk: in plaats van in een uitgedroogde zanderige halfwoestijn rusteloos op jacht te zijn, drentelen ze schijnbaar doelloos wat heen en weer in het korte, modderige gras van hun verblijf. Misschien ruiken ze de koedoeroedel die ze niet kunnen zien omdat er een weg en een hoog hek tussen hen en die herten zit. Ik zou ook wel zo’n boutje lusten.
De neushoorns delen eendrachtig een berg hooi, net als de zebra’s – maar die hebben wel een andere berg hooi, een parelhoenhaan loopt er enorm en op hoge toon te vloeken.
En dan zie ik op achtergrond een dromerig tafereel uit de wereld der fabeldieren: de kleine kudde Giraffa camelopardalis, variëteit Rothschild, compleet met de aandoenlijke onlangs geboren jongelui die ook met hun lange nekken kalmpjes samen een mand hooi leegeten.
Ergens anders doet een slingeraap zijn naam eer aan door als een nieuwe Epke Zonderland door de touwenmassa buiten zijn kooi te slingeren.
In het gorillaverblijf doceert intussen een vrouw van rond de veertig hoe het precies zit met de zwangerschap van gorilla’s. Ze deelt mee helemaal gek te zijn van apen, als ze niet in de dierentuin is, kijkt ze wel naar webcams waarop gorilla’s te zien zijn.
Steels kijk ik naar de plaatselijke zilverrug. Die kijkt enigszins bazig en brutaal rond, ik denk dat hij PVV stemt. Hij heeft wel wat weg van Bokito. Maar even later beent hij de kooi binnen en gaat demonstratief met de rug naar de gorillaminnares en de rest zitten, en toont zijn ‘stoute jongensbillen’.
Ik ben namelijk aangeland in de vijftig laatste pagina’s van de biografie van Gerard Reve.
________