Vandaag is het tijd een vervelende misverstand uit de weg te ruimen. Het luidt: Limburgers zijn Bourgondiërs. Afgezien van het feit dat het nog een flink stuk rijden is van Limburg naar Bourgondië, is de definitie van een Bourgondiër zoals die in Nederland in het algemeen en in Zuid-Nederland in het bijzonder wordt gehanteerd, totaal uit de lucht gegrepen.
Als er al zoiets is als ’Bourgondiërs’, noem het een concept, dan doemt althans bij mij het volgende beeld op: mensen die met de juiste mate weten te genieten van de eenvoudige maar geraffineerde geneugten des levens: mooi en goed toebereid vlees, maar met mate, uitstekende wijn, maar met mate, eenvoudig brood. Kortom: feest, maar met mate. En beschaafd gedrag – ik weet het niet zeker maar als er al carnaval wordt gevierd in Bourgondië, dan hoeven de buren dat niet te horen. Bourgondisch, dat is in ieder geval niet waarvoor het hier versleten wordt, namelijk: bier en spek en dat liefst in onbeschofte hoeveelheden en onder enorm gelal.
Hoe dan ook, die discussie is absolute onzin, zeker wanneer je ziet wat er van het ‘concept’ hier in Limburg gebakken wordt. Ik kan er kort over zijn: in een cirkel van acht kilometer rond mijn huis wonen 250.000 mensen en er is, met twee uitzonderingen, geen enkel restaurant te vinden dat de moeite van het bezoeken waard is, en een van die twee uitzonderingen valt ook nog af als je de prijs-kwaliteitverhouding in aanmerking neemt.
Een en ander borrelde de afgelopen uren bij mij op, nadat Djamila en ik gisteravond een nieuw Grieks restaurant hadden bezocht, Odessa geheten, dat op iets meer dan twee kilometer van hier ligt, in het dorp Scherpenseel, ongeveer twintig meter over de Nederlands-Duitse grens.
De menukaart bevat Turkse en Balkangerechten, grotendeels uit blikken en glazen potten geklopt. Daarnaast ook enige gerechten met Griekse namen. Het algemeen aspect is: tot grote droogte doorbakken taai varkensvlees, veel frieten, niet als zodanig herkenbare tzatziki, geen taramasalata of moussaka, geen vis, nauwelijks lamsvlees, wel Turkse pizza’s, kurkdroog shoarmavlees met een fikse laag gesmolten kaas erover.
Ik at dat natuurlijk niet allemaal maar keek om me heen. De eters kwamen allemaal uit Nederland – althans, te zien aan de kentekens op de parkeerplaats – de bediening spreekt Nederlands en de gasten zaten werkelijk te smullen.
Terwijl ik de Odessa vleesschotel grotendeels onaangeroerd van me af schoof, zat ik me af te vragen wie me die tent ook alweer aanbevolen had. Ongetwijfeld iemand die liefhebber is van ‘hoeft niet lekker te zijn, als het maar veel en goedkoop is.’
Het gebodene voldeed aan al die criteria. Het gratis glaasje ouzo aan het eind gaf het geheel nog een ietwat Grieks aspect. Hoewel ouzo natuurlijk een aperitief is.
Boer Gondië zelf was weer eens in geen velden of wegen te bekennen. Geef hem eens ongelijk.
Uit de wasmand steeg vanmorgen weerzinwekkend de geur op van de shoarmatent.
______