Vanmorgen om half acht een smsje: explosie bij de Electrabelcentrale. Het kwam uit Nijmegen en ik zag het meteen voor me: dat grote grijze gebouw aan de horizon, dat, indien er ooit een film over mijn leven wordt gemaakt, voortdurend op de achtergrond in beeld moet zijn, met op de voorgrond de rivier de Waal.
De laatste keer dat ik me herinner het gebouw gezien te hebben ligt alweer enkele jaren achter me, toen we op een zwoele avond dineerden op het terras van een restaurant in Oosterhout, De Altena, gelegen op de dijk van de Waal. Aan de overkant, iets naar links wel, stond die centrale.
Maar ik herinner me hem vooral van de talloze malen dat ik, in de jaren vijftig een meisje naar het stille Waalstrand recht tegenover de centrale had getroond en tussen het verlegen kussen door opkeek en de centrale zag, de elektriciteitscentrale die heel betrouwbaar Nijmegen en wijde omgeving van stroom voorzag.
Ook dacht ik aan de keren dat het niet zo stil was op het strand omdat het warm weer was en Nijmegen massaal de ‘Côte de Lent’ had opgezocht en je, staande in de weke modder onder het ondiepe nogal stinkende en vooral ondoorzichtige Waalwater keek naar dat grijze gebouw aan de Weurtseweg, dat zozeer vanzelfsprekend (en daardoor bijna onzichtbaar) deel uitmaakte van mijn leven.
Niet iedereen zal die ervaring hebben maar ik ben al zo lang ik me kan herinneren gefascineerd door grootscheepse en vervaarlijke techniek die lawaai maakt en stank en toch iets min of meer nuttigs doet. Ik heb gestaan in het hart van een ammoniakfabriek in Geleen en gekeken in de hel waarin duizenden kubieke meters aardgas tegelijk werden verbrand om er ammoniak van te maken die gebruikt werd bij de productie van kunstmest; ik heb gestaan vlak langs de startbaan van een luchtmachtbasis waar achter elkaar tientallen straaljagers voorbij denderden, maar wat ik me vooral herinner was dat grote grijze gebouw aan de Weurtseweg in Nijmegen – zo maar zo’n gevaarlijk ding tussen bedrijfjes en boerderijen.
Vanaf vandaag is het gebouw compleet: de filmpjes die ik vanmorgen zag deden me denken aan Tsjernobyl, gaten in het dak, rookwolken uit die gaten, ruiten aan diggelen. Ik lees nu dat het een kolencentrale is en dat maakt het beeld compleet. We zijn terug in de jaren vijftig toen de centrale nog van de PGEM was (en voor die tijd misschien wel van het GEB). Er heerst verkeerschaos, de mensen in lichte paniek, de kinderen niet naar school.
De geschiedenis van Nijmegen is voltooid: die speelde zich af tussen het bombardement van 22 februari 1944 en de ontploffing van de elektriciteitscentrale op 8 november 2012.
Gelukkig hebben we de plaatjes nog. In mijn hoofd. Samen met herinneringen aan de tijd dat alles nog goed was en Electrabel ondenkbaar.
______