Dit is een onderwerp waarover we kort kunnen zijn (zei de spreker terwijl hij het eerste velletje van zijn 323 pagina’s tellende toespraak voorlas): dat gaan we dus niet doen.
Maar eerst een fikse godwin. (Dit hele stuk is een godwin.) Bij het raadplegen van Wikipedia, op zoek naar de naam van de Nederlandse ambtenaar die in de Tweede Wereldoorlog verantwoordelijk was voor het perfecte en vrijwel onvervalsbare persoonsbewijs, Johannes Jacobus Lentz, trof ik de volgende zin aan: ‘Het systeem van persoonsbewijzen heeft duizenden mensen het leven gekost omdat het opsporing en arrestatie aanzienlijk vereenvoudigde.’
Lentz was de perfecte ambtenaar. Hij was niet overmatig verrukt over de Duitse bezetting, maar zijn trots was dat als hij iets deed, hij het dan altijd perfect deed. Gelukkig waren er nogal wat artiesten die toch kans zagen veel persoonsbewijzen zo goed mogelijk te vervalsen, maar ik herhaal: ‘Het systeem van persoonsbewijzen heeft duizenden mensen het leven gekost omdat het opsporing en arrestatie aanzienlijk vereenvoudigde.’
Bovendien had Nederland ook nog eens een perfect Bevolkingsregister en in de jaren na de oorlog is er wel discussie geweest over de vraag of dat niet te gevaarlijk was, zo’n systeem? Nu was het nog vrede, maar zou het eeuwig vrede blijven? Was het ondenkbaar dat Nederland opnieuw zou komen te lijden onder de laars van een bezetter, die bij de uitroeiing van de verzetsbeweging gretig gebruik zou maken van overijverige ambtenaren en hun perfecte registers?
Gisteravond ging de discussie over het zelfde, zij het inmiddels sterk gemoderniseerde onderwerp: het nemen van een DNA-monster van alle Nederlanders en onderbrenging daarvan in een perfect systeem waardoor elke dader binnen een dag gearresteerd zou kunnen worden.
Afgezien van het feit dat dan daardoor grote voorstanders van een dergelijk systeem zoals Peter R. de Vries, misdaadverslaggever, geheel overbodig zouden worden, en we beroofd zouden worden van tv-programma’s waarin een man met stekende ogen en vastberaden kaaklijn je urenlang lijzig pratend in spanning houdt over wat hij, bij gebrek aan een DNA-profiel van de dader, toch over hem (het is vrijwel altijd een hem) te weten is gekomen, zou je nog wel enkele aanvullende opmerkingen kunnen maken, als dat nog nodig is na het voorgaande.
De DNA-techniek is, heb ik begrepen, nog volop in ontwikkeling. Ook als er een perfect systeem opgezet zou kunnen worden, lijkt me dat ongelooflijk kostbaar in onderhoud. En dat alles om een relatief gering aantal misdadigers in de kraag te kunnen vatten? Koene en heldhaftige speurders zijn toch veel leuker?
Maar Peter de Vries vond het nodig in DWDD smalend te roepen tegen Folkert Jensma, juridisch medewerker en voormalig hoofdredacteur van NRC Handelsblad, die de overheid wantrouwt en niet in dat DNA-register wil: ‘Mij verwondert dat een voormalig hoofdredacteur van een krant een dergelijke opvatting heeft!’ Alsof het ondenkbaar is – zie Lentz.
Het was natuurlijk wel eigenaardig dat Jensma, ook toen Matthijs van Nieuwkerk hem daartoe uitnodigde, de godwin niet wilde maken – tegenwoordig rust daar kennelijk een taboe op.
Maar ik ben van mening dat je in een aantal gevallen toch beter duidelijk kunt zeggen waar het op staat.
Peter de Vries en Tred Teeven zijn de nieuwe Johannes Jacobus Lentz.
Dáár staat het op.
________