Toen ik nog een jonge verslaggever was en in het Land van Maas en Waal gemeenteraadsvergaderingen versloeg, kwam ik onder andere in de raad van B., een gemeente die nu al lang niet meer bestaat. In de piepkleine ‘raadszaal’ zat de verslaggever traditioneel aan de tafel waaraan de beraadslagingen plaatsvonden tussen de vijf boeren die de gekozen raadsleden waren, en de burgemeester die ook optrad als notulist en secretaris. De verslaggever had vooral de taak de leden van de raad te voorzien van jenever en sigaren, die in een kastje terzijde gereedstonden. De journalist mocht zelf ook toetasten, als hij daar trek in had.
De raadsleden wisten waarvoor ze waren gekomen: alles doen dat goed was voor de boeren in de gemeente en alles achterwege laten dat hen ook zelf niet goed uitkwam. Raadsvergaderingen duurden er kort, men dronk er nog een en lag om 10 uur achter de gebreide directoire.
Nederland was en is een democratisch land maar met name in de lagere echelons werd en wordt daar genuanceerd over gedacht – voor menigeen zijn de vrije en geheime verkiezingen gewoon een methode om voor jezelf en je vrienden de macht in handen te krijgen.
Ik weet niet hoe de toestand in veel kleinere gemeenten in het land is, hier in Limburg heeft in ieder geval een belangrijk deel van de gemeenten buiten de officiële machthebbers ook een onofficieel circuit waarin de macht werkelijk geconcentreerd is en als je het een beetje goed voor jezelf geregeld hebt, laat je die circuits zoveel als nodig samenvallen.
Ik heb er persoonlijk geen bezwaar tegen als een enkeling onder jullie nu het woord ‘maffia’ mompelt.
Zo leek het Jos van Rey, ooit eerzaam assurantiebezorger te Roermond, een goed idee om zijn onderneming kracht bij te zetten door lid te worden van de Roermondse gemeenteraad. Al snel raakte hij verzeild in het vastgoedwezen, deed daar vrienden op die begrepen dat vriendschap met een gemeenteraadslid nooit kwaad kon en bleek daar zelf ook wel iets aan te hebben.
Via zijn partij de VVD klom hij flink op, werd lid van Provinciale Staten en zelfs lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en toen werd hij overmoedig – hij kreeg de geur van belangenverstrengeling om zich heen, er kwam een onderzoek dat zijn vriendschap in de vastgoedsector niet als onoirbaar beoordeelde maar ook niet buitengewoon elegant vond, en Van Rey maakte het foutje daaruit te concluderen dat hij de democratie nu zo naar zijn hand had weten te zetten, dat hem niets meer kon overkomen.
Zo zou hij partijgenoot en regionaal VVD-partijvoorzitter Ricardo Offermans wel even helpen om burgemeester te worden van Roermond – alweer een vriend erbij die iets aan je te danken heeft.
De plaatselijke krantenmagnaat Dré Peters, ook lid van de gemeenteraad voor de VVD en voorzitter van de commissie die de burgemeester uitzoekt, zei gisteren in het journaal dat hij dat zo ook wel kon zeg, telefoongesprekken van mensen afluisteren: dan was de lol er wel zo’n beetje vanaf.
Die was er al vanaf toen de Provinciale Staten van Limburg een paar maanden geleden Jos van Rey, als zijnde aangeschoten wild, niet accepteerde als gedeputeerde, opvolger van een PVV’er. Van Rey had daaruit moeten afleiden dat hij voortaan voorzichtiger moest zijn.
De droom lijkt nu uit – de plaatselijke koddebeier, die vroeger heel goed aanvoelde waar de macht geconcentreerd was, bestaat niet meer en er is nu een Openbaar Ministerie dat zelfs bij de onaantastbaren de telefoon afluistert.
De lol is er inderdaad vanaf, op die manier.
Hetgeen niet wil zeggen dat we van Van Rey af zijn. Zijn type weet vast te houden tot ook zijn laatste vriend meewarig het hoofd heeft geschud en hij van onaantastbaar onaanraakbaar is geworden.
En voortaan zijn sigaren uit eigen doos moet roken.
_______