Sinds een jaar of tien kennen we het onderscheid dat gemaakt wordt tussen oude politiek en nieuwe politiek. Tot nu toe heeft nog geen kip mij ook maar een begin van duidelijkheid weten te verschaffen omtrent de vraag, wat het verschil is. Ook niet over de vraag: is nieuwe politiek beter dan oude politiek?
Gisteren kwam het gloednieuwe duo aan de top van de Nederlandse politiek, nog net niet hand in hand of met de armen om elkaars schouders, uit het Torentje naar buiten (of een gebouw daar in de buurt.) Rutte jongleerde nog net niet met een leren knikker, ook wel bekend als ‘het bruine monster’ op een hand, ten teken dat hij de leiding had en ze gingen ook niet lekker een beetje straatvoetballen op het Binnenhof, de jasjes aan weerszijden op een hoopje als doelpaal, beiden als vliegende kiep en na een paar momenten photo opportunity elkaar in de armen vallen.
De commentatoren, die weten dat je tegenwoordig nieuwe politiek moet bedrijven, stonden al klaar; ze waren eruit, er was chemie, ze hadden allebei op de universiteit gezeten en samen zouden ze waarschijnlijk wel een rendabele kerncentrale kunnen neerzetten, maar daar ging het nu niet om. Het ging er nu een kabinet te smeden en dat is andere koek. (Vroeger waren kabinetten nog van wortelnotenhout, maar gezien de veelgebruikte term ‘smeden’ zal het wel iets van kek roestvrij staal worden. Nieuwe smederij, als het ware.)
Een kabinet smeden is dus andere koek. Want: het is minachting van de kiezer, negeren van de verkiezingsuitslag, sjoemelarij met de verkiezingsprogramma’s, achterkamertjes-, kortom: oude politiek. Nee, dan het vorige kabinet zeker, met drie partijen die allemaal ongeveer hetzelfde verkiezingsprogramma hadden en dan ook een glorieuze zittingsperiode hebben uitgezeten, waar Nederland aan beter uitkwam dan dat het er in ging. Kuch.
Ja, natuurlijk, als VVD en PvdA een kabinet in elkaar zetten, dan zal dat ten koste gaan van het verkiezingsprogramma van beide, dat is helemaal niks nieuws, dat is sinds mensenheugenis nu eenmaal de Nederlandse politiek – en de politiek in veel andere landen – als je democratie wilt moet je rekening houden met vele meningen en je moet op zo goed mogelijke manier rekening houden met ieders wensen, waardoor onvermijdelijk de een wat meer terugziet van wat hij wil dan de ander.
Wat je zou kunnen doen – hetgeen in een aantal landen gebeurt – je kijkt wie de verkiezingen gewonnen heeft en je geeft die partij er zoveel zetels bij dat hij in zijn eentje het land kan regeren. Maar dan wordt er dus één partijprogramma uitgevoerd, waar de feitelijke meerderheid van de kiezers het per definitie niet mee eens zal zijn. Dat maar doen dan?
Rutte en Samsom werken bij dezelfde firma, ze kunnen thuis de grappigste voorkeuren erop nahouden – maar op het werk gaat het om het belang van de firma. En hoewel ik persoonlijk betwijfel of Rutte dat kan – zie het vorige kabinet – heeft hij nu eenmaal de verkiezingen gewonnen. Beide protagonisten zijn zoals het hoort min of meer ideologievrij – dat diskwalificeert beginselpartijen als CDA, PVV, CU, SGP, PvdD, SP – en als Rutte en Samsom nu zo verstandig zijn er D66 nog bij te betrekken, dan weten de verstandige mensen in het land die geen moord en brand schreeuwen bij elke vorm van compromis, dat er veel op te ruimen valt en dat het drietal een serieuze poging zal doen de rotzooi op te ruimen en gewoon het ruime sop gaan kiezen, zoals het een zeevarende natie betaamt.
Samsom weet trouwens van varen, wildwatervaren zelfs, dus dat is meegenomen.
______