O ja, prosecco. Om te beginnen: hier in Toscane vinden ze prosecco vooral iets voor rare Venetianen, maar gelukkig hebben alle supermarkten duizenden merken wijn in huis en dus ook ons eigen vergif.
Na een moeizame klimtocht aangekomen in het gehucht Montecatini Alto (het woord zegt het al) nemen wij plaats op een terrasje – de plaats bestaat geheel uit terrasjes – en bestellen, je raadt het: due prosecchi. Naast ons zit een jong stel dat samen een fles Birra Moretti drinkt en over hun tafeltje heen heftig kussen.
De uitbater, daardoor geïnspireerd, brengt onze bestelling: een lichtrode voor Djamila en een knalgroene voor mij. De lichtrode smaakt naar aardbeien, de groene naar Crême de Menthe. ‘Ieder een eigen kleurtje,’ verklaart hij. ‘Romantisch, toch?’ Omdat we duchtig gesterkt de afdaling naar de camping willen aanvaarden nemen we er nog een, ook al indachtig het oude spreekwoord: op één been kun je niet lopen. Ik ben zo onvoorzichtig hem erbij te zeggen: laat je fantasie de vrije loop. Hij brengt een blauwe en een paarse prosecco. De twee naast ons hebben het bier op en haasten zich naar hun dark secluded place.
De volgende dag naar een van onze favoriete supermarkten, de Panorama in Pistoia. Daarvóór hebben we de stad bezichtigd, tot Djamila’s opgetogenheid is het de dag van de lapjesmarkt, zodat het zorgvuldig fotografisch in beeld brengen van de plaatselijke Middeleeuwse overblijfselen – een duomo, een paar ongeveer duizend jaar oude zaalkerken – grotendeels in het water valt. Maar ouwe keien kijken kan een goede smoes zijn op eropuit te trekken, de aap komt uit de mouw uiteindelijk in de vorm van een stoeprestaurant in een steegje.
Het juiste adres: zes bouwvakkers zitten er al te schransen of hun leven ervanaf hangt. De uitbater, een meneer met een intellectuele bril die een oudere broer van Theo Maassen zou kunnen zijn, heeft nergens moeite mee en serveert zonder met de ogen te knipperen een gemengde salade als hoofdgerecht. Ik doe het klassieker: voorgerecht een Toscaanse antipasto – zeker: bruschetta met tomaat, daarnaast rauwe ham en twee soorten salami, waarvan een met venkel; een primo bestaande uit kleine gnocchetti (aardappelpasta) met een sausje van verse worst, een hoofdgerecht konijn op jagersmanier, espresso er achteraan en hop.
Jaja, hop. Op de route naar Mascialla vergist de TomTom zich deerlijk en uiteindelijk is het bij toeval dat we in volle vaart de gezochte camping voorbij scheuren. De mevrouw van de TomTom zwijgt bedremmeld. Geeft niks: urenlang het echte Toscaanse sfeertje mogen beleven.
De dag eindigt in een donderend onweer en een zonsondergang als een uitslaande bosbrand.
Vanmorgen beschadigt een Spaanse kampeerder, op zoek naar een leuk plekje om de camper neer te zetten, een boom en een raampje van zijn wagen. De Colombiaanse beheerder van de camping lacht alles weg, heeft overal begrip voor.
Het is inmiddels 26 graden, de heel lichtblauwe hemel belooft een warme dag.
En ik zit, stom genoeg, weer te tikken.