Een lome hitte hangt over Toscane. Zoals het hoort. Niets beweegt – nou ja, af en toe komt er een bestelwagen voorbij, die de verse ingrediënten voor de Toscaanse keuken rondbrengt. Maar verder: een combinatie van absolute stilte en Toscaanse vergezichten. Niet uitsluitend, want als je goed kijkt zie je op meerdere plaatsen uitgevallen techniek, met daarbij een handgeschreven A4-tje: chiuso causa maltempo – als het in Italië een beetje onweert stoppen de roltrappen, valt het internet uit, rijden de treinen nog minder op tijd.
Het had me zo aantrekkelijk in de oren geklonken, de Chiantigiana, de weg die van Firenze voert naar Siena, dwars door het gebied waar de Chiantiwijnen nog in de vorm van druiven aan de bomen hangen – de zomer is zo heet geweest dat het bijna krenten zijn .Het geheim van een grote oogst in combinatie met een gloeiendhete, kurkdroge zomer is natuurlijk de overvloedige dauw, die in de vroege ochtend voor het ongeoefende oog de indruk wekt van een fikse regenbui.
We hadden kunnen stoppen bij Greve, bij Radda, vooral bij Castellina in Chianti, maar terwijl ik onophoudelijk het stuur ronddraai en volgas moet geven om steile heuvels te bestijgen en moet schakelen en remmen als we weer steil naar beneden gaan, bekruipt mij de herinnering aan een bezoek aan een ander Toscaans Chiantidorp, San Felice. Waar een gladde verkoper me probeerde wijs te maken dat de Rosso di Montalcino die hij voor mij veil had, net zo goed de ‘baby-Brunello’ genoemd zou kunnen worden. Maakt u dat de Jappen en Yankees in uw zaak maar wijs, ik heb geen verstand van wijn, maar wat u zegt is verkopersonzin, had ik willen zeggen, maar in plaats daarvan kocht ik zes flessen en vertrok. En ik wilde dat niet meer meemaken.
Ineens had ik meer zin in een lunch bij Le Chiave di Oro, naast de wonderbaarlijke kerk van Sint Franciscus in Arezzo en trouwens ook in een bezoek aan die prachtige kerk, en aan een boekhandel. Helaas trof ik alleen een kleine vestiging van Feltrinelli, waar ze wel twee boeken hadden die op mijn lijstje stonden, maar niets van Camilleri en dan ben je toch enigszins afgebrand, wat mij betreft, qua boekhandel.
Arezzo is mooi, geelgrauw, streng Middeleeuws, no nonsense dus.
En daar hadden ze dus die roltrap vanaf de parkeerplaats naar het stadscentrum, vanwaar je het centrum van Arezzo binnenkomt via de achterdeur van het bisschoppelijk paleis.
Zoals gezegd, het was 33 graden en loomwarm en we dachten, kom, we gaan eens op zoek naar een camping. Na een kilometer of tien hadden we die gevonden.
Toch mooi hoor, Chianti.