Het is dat het Limburgse culturele magazine Zuiderlucht er in het augustusnummer aandacht aan besteedt, anders had ik misschien de datum wel ongemerkt voorbij laten gaan. Vandaag is het veertig jaar geleden dat de toenmalige redactie van het Limburgs Dagblad, toen nog gevestigd in de Heerlense Nobelstraat, besloot in staking te gaan als laatste wapen in de strijd tegen overname van de Uitgeversmaatschappij Limburgs Dagblad door de Holdingmaatschappij De Telegraaf.
Jaren heeft de mythe bestaan dat het een strijd was van een eensgezinde redactie, die bestond uit links georiënteerde journalisten die vastberaden waren hun krant niet te laten overnemen door een ander, in Amsterdam gevestigd dagblad dat in de oorlog fout was geweest en dus in 1972 nog altijd fout was. De journalisten, zo wilde het verhaal, wilden niet alleen geen rechtse krant maken omdat ze dat in strijd vonden met alles waar ze voor stonden. Ze vonden ook dat door die overname bereikt zou worden wat ‘het establishment’ tot dat moment niet was gelukt: een krant monddood maken die zich al jaren sterk had gemaakt voor de strijd tegen het leed dat de mijnwerkers in Limburg na de sluiting van de kolenmijnen was aangedaan.
Dat was, ik herhaal het nog maar eens, een wel erg grove versimpeling van de feiten. Jawel, de krant had opmerkelijk succes geboekt met de ‘strijd’ tegen het zo goedkoop mogelijk ontslaan van de mijnwerkers, die daardoor een leven op zich zagen afkomen van ziekte en armoede. Het succes bestond vooral uit méér abonnees – de ziekte en de armoede hebben we niet kunnen tegenhouden. Maar een belangrijk deel van de redactie handelde vooral uit benepen chauvinistische motieven: die arrogante lui van boven in Holland moesten gewoon met hun poten van onze Limburgse krant afblijven.
De staking is jarenlang als veel heroïscher beschreven dan zij in werkelijkheid was. Vijf journalisten deden niet mee en en dus kwam er ‘gewoon’ een krant uit op de stakingsdag, de staking duurde precies een etmaal en er was niets anders mee bereikt dan dat de stakers en vooral de raddraaiers (waaronder meine Wenigkeit) een groot deel van hun invloed verloren. Op de aandeelhouders maakte het al helemaal weinig indruk, ze verkochten een maand later hun aandelen aan de hoogste bieder, te weten de Holdingmaatschappij De Telegraaf.
Diezelfde dag werd Elsevierjournalist Pierre Huyskens op de redactie gedropt als nieuwe hoofdredacteur. De dag daarop werd ik stomdronken tijdens een zes uur durend interview met de betrokkene – men vond het bij de nieuwe leiding vooral ‘pikant’ dat een van de ‘raddraaiers’ dat interview met de nieuwe hoofdredacteur zou maken voor de voorpagina van het weekendkatern.
Ik kreeg dat jaar als straf geen eindejaarsuitkering en was het hele jaar de gebeten hond. Eerst bij mijn toenmalige echtgenote die vond dat ik die prachtbaan wat al te achteloos in de waagschaal had gesteld, later van mijn vrienden, kennissen en collega’s buiten de krant omdat ik, op aandringen van Huijskens, gewoon bij het LD bleef werken.
Ik deed dat vooral omdat de Holding, quasi verbaasd, opmerkte dat wij vooral de krant moesten blijven maken die we al jaren maakten – gewoon omdat daar in principe geld mee te verdienen was, mits de onderneming goed werd geleid. En omdat ik toen pas inzag dat wij rücksichtlos waren misbruikt – zeker door de Nederlandse Vereniging van Journalisten die onder leiding van de stalinist Wim Klinkenberg een punt wilde scoren. Maar ook door enkele bestuursleden van de vakbond die, héél toevallig, allemaal werkten bij concurrerende kranten en dus een wel heel apart belang hadden bij het kaltstellen van het LD.
Veertig jaar zijn verlopen waarin de Nederlandse dagbladwereld door allerlei oorzaken gedecimeerd is geraakt en door fusies en overnames inmiddels in handen is van een paar ondernemingen die meer dan ooit eropuit zijn er zoveel mogelijk geld uit te peuren, óók door het opleggen van een commercieel interessant redactiebeleid dat wel als laatste doel heeft zich te bekommeren om die arme mijnwerkers, havenwerkers, textielarbeiders, vliegtuigbouwers en autobouwers. En journalisten.
Gestaakt is er sindsdien wel vaker en feller door journalisten. Altijd met hetzelfde resultaat: ongeveer nul.
Het is voor niets geweest en het heeft zich afgespeeld in een grijs verleden. Het lijkt wel geschiedenis, voltooid verleden tijd.
_________