Door Peter Stiekema
Het is menigeen misschien niet opgevallen, maar in het voorjaar van 2011 heeft Maxime Verhagen, in zijn rol als minister van EZ in één geval moeten ingrijpen om een deal te redden die dreigde te mislukken door de anti-islam-standpunten van gedoogpartner PVV. Een heldenrol, als het ware.
Nederland had tientallen miljoenen euro's kunnen mislopen, zei Verhagen afgelopen weekeinde in Nieuwsuur. Maxime stelde dat een forse investering door een bedrijf in het Midden-Oosten niet zou doorgaan, uit onvrede over de standpunten van PVV-leider Wilders. Als minister van Economische Zaken en vice-premier stapte Verhagen onverwijld op het vliegtuig om met het bedrijf te praten. Hij wist de deal te redden, aldus zijn relaas in Nieuwsuur.
Waar doet mij dat toch aan denken? Ah, ik weet het weer. Aan een oud-hoofdredacteur van een Brabantse krant, die in 1946 verzetspoëzie publiceerde. Tsja, Verhagen moet toch wat doen om zijn partij een paar zetels een paar zetels te laten behalen bij de verkiezingen van 12 september. Maar waarom komt bij dit verhaal nou toch weer dat CDA-congres van eind 2010 in mijn hoofd, waarin Maxime hemel en aarde bewoog om de partij achter de gedoogconstructie met de PVV te krijgen? Ik snap het al, ik ben een kniesoor.