En wat betekent dat nu, ‘jestj posadka!’, ja, wat denk je: hij is geland, natuurlijk, maar het viel me wel tegen van Rob Trip dat hij dat niet eens kon lezen. Hij werd ook niet erg goed bediend door de Russische ruimtevaarttelevisie, de halve tijd hadden die ruggen van mensen in beeld die daar niks te zoeken hadden. En ook daar hebben de vrouwen de zonnebril in het haar, viel mij dan wel weer op. Haar dat in de familie Kuipers, althans het mannelijk deel, geheel wordt verwijderd.
Nou ja, niet zeuren natuurlijk, we vinden het al veel te gewoon inmiddels dat ze in de onmetelijke steppes van Kazachstan die parachute met daaronder die capsule live in beeld krijgen, inclusief de landing en het uitbikken van de drie kosmonauten uit die capsule, die eruit ziet als een uit een afgebrande datsja opgeviste samovar.
De commandant had absoluut niets meer te missen, die lag erbij of hij zojuist door twaalf kickboksers te pakken was genomen. Nee, dan André Kuipers, die meteen begon te lachen, te zwaaien, te telefoneren en gezellig te kletsen met de dokter. Zijn broers, die in Noordwijk reeds het glas hieven op André’s behouden thuiskomst, hadden het al gezegd: als André lacht dan gaat het goed met hem. Afgezien van het feit dat André een lachgezicht heeft, zo hebben wij de afgelopen maanden bij herhaling mogen vaststellen – is dit een constatering van niks. Spannender zou zijn geweest als ze hadden gezegd: ‘Als André lacht, dan is zijn linkerbeen verkoold bij de re-entry’ of zoiets. Maar komaan, in je zenuwen doe je nog wel eens een zinloze uitspraak. Dat overkomt mij ook geregeld. Steeds vaker, realiseer ik me nu.
Nee, nou even serieus.
Hoe enthousiast omhelsden de drie vertrekkers de drie achterblijvers in het ruimtestation, bijvoorbeeld. Na zo’n lange periode in zo’n ding heb je wel behoefte aan lichamelijk contact, met wie dan ook, stel ik me voor.
Maar ook: hoezeer zo’n tripje alle verhoudingen op hun kop zet, de aarde gereduceerd tot een klein balletje waar je niet alleen in anderhalf uur omheen vliegt, maar ook een balletje waar je, om in Kazachstan te kunnen landen, boven Zuid-Amerika bij wijze van spreken het onderstel al moet uitklappen. En dan ook nog landt op exact de tevoren uitgerekende plek. Compleet met de bakensignalen van de eerste Spoetnik uit 1957.
Waarna vier kerels een soort vliegtuigtrap in elkaar moeten zien te hannesen. ‘Heb jij de gebruiksaanwijzing daar?’ ‘Nee dat is brief van mijn verloofde, ik heb wel een inbussleuteltje, maar niet de juiste maat.’ ‘Wie is er op het idee gekomen dat kolereding bij Ikea te kopen?’ Etc.
Vandaag zullen we de majestueuze landing van de Sojoez nog wel driehonderd keer kunnen zien. En André zien glimlachen, hij heeft het weer geflikt.
Zo, en nu naar de kunstmarkt in Rimburg.
Dat hebben ze in Kazachstan lekker niet.
________