Bij het uitrijden van de camping moet ik stoppen, de toegang wordt versperd door een spectaculair gezelschap – een stuk of twintig mannen op motorfietsen in motorpakken met van die matzwart gespoten helmen, zonnebrillen en leren jekkies met op de rug, nee, niet Satudara, maar het merk van hun motorfiets, Harley Davidson. Als je ze zo van dichtbij ziet valt je vooral op dat het voornamelijk oudere heren betreft, en in de daarop volgende minuten worden al mijn vooroordelen tegen deze mensensoort volledig ontdaan van enig waarheidsgehalte.
Ze blijken gestopt op de open plek bezijden de weg omdat ze even moeten overleggen: ze hebben gereserveerd voor de lunch in een restaurant, maar nu zijn er twee man bij gekomen, zouden ze dat in dat restaurant wel goed vinden? Men besluit de betreffende gelegenheid even te bellen en het resultaat doet de motormuizen opgelucht ademhalen: geen enkel probleem, ze schuiven twee stoelen extra aan. Net zo makkelijk.
En dus starten de motoren, er wordt stoer gegast, ten bewijze dat het bij het motorrijden vooral om de herrie gaat, en scheuren soepel de weg op – uw columnist in lichte verbazing achterlatend.
Wat is er gebeurd met de ware motormuis? Om te beginnen gaat die niet lunchen in een restaurant en geen haar op zijn hoofd die denkt aan reserveren. Ze marcheren gewoon de tent binnen, ploffen neer en roepen: ‘Bier!’ Waarna de exploitant zich urenlang wezenloos werkt om al die enorme biefstukken te bakken. Intussen doet hij het in de broek bij de gedachte dat de heren motormuizen straks misschien helemaal niet zullen betalen, misschien op de motor het etablissement binnenrijden, misschien de tent zo grondig verbouwen dat er maar één mogelijkheid over blijft: het faillissement aanvragen en je verhangen.
Sterker nog, een echte motorrijder weet niet eens dat er restaurants bestaan, die scheurt als hij de honger voelt opkomen met de vlam in de pijp een weiland binnen waar varkens lopen, hij grijpt er een, slaat het dier met een kopstoot de hersens in, scheurt met het de bloten handen in stukken, overhandigt een malse bilpartij aan de Leider en verdeelt de rest onder zijn maten die er grommend en smakkend de tanden in zetten.
Zou ik minstens denken.
Maar nee dus. Ze lúnchen, ze hebben gereservéérd, ze vragen belééfd of twee extra gasten geen bezwáár vormen. Vermoedelijk drinken ze niet eens bier maar limonade en schaft de pot uitsluitend veganistisch voedsel.
Misschien komt het omdat het allemaal heren op leeftijd betreft.
Maar in plaats van gerust te stellen bevestigt dit eens te meer dat je tegenwoordig nergens meer van op aan kunt.
Straks zijn het allemaal ook nog dokters en advocaten.
______