Het is 14 juli, Quatorze Juillet, feest van zang en vuurwerk en dans tot diep in de zwoele nacht, maar niet in Rotterdam in 2012. Een striemende regen en een harde zuidwester dragen niet weinig bij aan de sfeer van ontmenselijking als je uit lijn 25 stapt op het Wilhelminaplein, aan de zuidkant van de Erasmusbrug. Ontmenselijking door de veelal grijze, glazen maar vooral afwijzende gebouwen van onder andere Deloitte – het Luxor Theater kan daar nauwelijks verandering in brengen. De opgewekt voorbijschietende nieuwsbanner met namen van mensen die zullen optreden in het komend seizoen, meldt tevens dat op 4 juli aanstaande ook nog iets leuks zal gebeuren.
We hebben net een barre tocht achter de rug van de half ondergelopen camping waar we behalve door de felle slagregens ook aangenaam bezig zijn gehouden door werkzaamheden aan de oprit van de A13 – men had besloten juist de nachten van dit weekend te gebruiken om het oude wegdek luidruchtig weg te nemen met een enorme freesmachine die een al even lawaaiige vrachtwagens vult. Het geheel werd gecompleteerd door hijskranen, bulldozers en een aantal sloophamers, veel licht, geclaxonneer en geschreeuw van de betrokken medewerkers van Rijkswaterstaat. Ik heb het zelf gezien want ik ben ervoor uit bed gekomen.
We zijn eindelijk onderweg naar Hotel-Restaurant New York, het voormalige hoofdkantoor van de Holland Amerika Lijn en de naam en de zekere knusheid van het restaurant (we zijn er al een paar keer geweest) doet veel te niet van de dreiging der parafernalia ven het grootkapitaal, enorme torens met woningen en kantoren waar we te voet nog tussendoor moeten. Die er tevens aan bijdragen dat de weersomstandigheden vooral die van eind november lijken. Een bárre eind november.
Als door een wonder zijn we precies op tijd en als de huiselijke voordeur van New York achter ons sluit is alles voorbij, koek en ei, vergeten en vergeven.
Als je ten overstaan van niet-Rotterdammers de naam van New York ter sprake brengt, roepen die meteen: de oesterbar!
En daarvoor was ik, als niet-Rotterdammer, ook gekomen. Maar de talrijke Rotterdammers die er waren – lunch op zaterdag, bijna volle bak – waren in grote meerderheid gekomen voor de kroketten met friet, de hamburgers, de tosti’s ham kaas, begeleid door cola of kraanwater met ijs.
Ik weer niet, ik bestelde de Claires de Marenne en daarna de sashimi van zalm en tonijn – die allemaal precies goed waren, en daarna New York Cheese Cake, die aan de droge kant was maar wel begeleid door gemarineerde aardbeien met halfgeklopte room. Alles in een entourage van passende wijnen, dat spreekt voor zich.
Ik mag wel stellen dat ook in dit geval de thuisblijvers toch ongelijk hadden. Het gevoel op tijd op je plaats te zijn werd nog versterkt door de zware slagregen die intussen Rotterdam in haar greep had, waarin van een naburige aanlegsteiger een oranje rubberboot voor onze ogen vertrok, bemand door een twaalftal gestalten in oranje maanpakken..
De terugreis via door werklust geteisterd Rotterdam verliep heel wat joliger; en nog leuker werd het dat we alweer in de camper zaten toen de volgende ontstellende hoosbui de camping helemaal onder water zette.
De afgelopen nacht werd er op de A13 stilletjes asfalt gelegd, je moest goed luisteren wilde je iets horen.
Kortom: vakantie.
_________