Een jaar of twintig geleden schreef ik geregeld voor een bedrijfsblad, en wel dat van de wastafel-, pleeën- en tegelfabriek Sphinx in Maastricht. Toen dat bedrijf honderdvijftig jaar bestond, werd een bijzondere aflevering van dat blad gemaakt, waarin werd gekeken naar de geschiedenis van het bedrijf. Daarin was uiteraard geen sprake van de erbarmelijke omstandigheden waaronder de arbeiders (soms kleine kinderen) in dat bedrijf in de negentiende eeuw hadden moeten werken, en eigenlijk in de jaren negentig van de vorige eeuw nog altijd, al hadden ze dan een cao en een minimumleeftijd en betaalde vakantie en een achturige werkdag: ze stonden niettemin half ontkleed in de verzengende hitte van de ovens hun dagelijks brood te verdienen. Allemaal voorbij, intussen, de wastafels, de pleeën en de tegels worden tegenwoordig door anderen gemaakt.
Destijds had ik een gesprek met een lid van de directie, die de gedenkwaardige woorden sprak: ‘Een bedrijf heeft eigenlijk geen geschiedenis’. Daar kon ik het wel mee eens zijn, hoewel ik daarmee ook toegaf dat de huidige directie in geen enkel opzicht meer verantwoordelijk kon worden gehouden voor de wantoestanden in en rond de Sphinxfabrieken in de negentiende eeuw.
Dat verhaal dook weer op in mijn bewustzijn toen ik vanmorgen die advertentie van Douwe Egberts zag in nrc.next. Die advertentie bestaat voor het overgrote deel uit een onscherpe groenbruine foto van twee mannen. Ze staan in een koffietuin, te zien aan de planten op de achtergrond. Links een grote, kennelijke Hollander in een kostuum en loshangend overhemd, in de rechterhand een schoteltje met daarop een koffiekopje met daar weer op de merknaam DE in een zegellakrood logootje. Naast hem een bedeesd grijnzende veel kleinere kennelijk Indische man, ook met loshangend overhemd en een sarong waar je nog een klein stukje van ziet. In zijn twee verweerde handen heeft hij een mandje met koffiebessen, rijpe en halfrijpe.
De tekst eronder luidt: ‘Wij zijn D.E Master Blenders 1753. Wij zijn één van de grootste gespecialiseerde koffie- en theeblenders ter wereld. Wij zoeken de beste koffiebonen en de lekkerste thee voor onze klanten in 45 landen. Dat doen we al 259 jaar met gevestigde merken als Douwe Egberts, Pickwick, L’OR EspressO, Senseo & Coffee Company. Wij zijn een mondiale speler met een jaaromzet in 2011 van EUR 2,6 miljard. Daar zijn wij maar wat trots op. En nu komen wij terug naar Nederland als onafhankelijk en innovatief bedrijf met een eigen beursnotering. Waardoor we nog beter kunnen werken aan en innoveren van de beste blends.’
Terwijl jullie je even storten op de krakkemikkige zinnetjes hierboven – bijvoorbeeld: wie zijn wij? Jan Kompenie en zijn koelie? En wat wordt hier beweerd? – wijs ik op iets koddigs: daar staat dat dat bedrijf Master Blenders al 259 jaar werkt voor Pickwick, dat pas honderdvijftig jaar geleden wereldberoemd werd door de verhalen van Charles Dickens, en voor Senseo, een apparaat van Philips dat nog nooit ook maar één kopje koffie heeft geproduceerd dat die naam mocht dragen, en dat pas een jaar of tien bestaat.
Douwe Egberts zelf schijnt wel te bestaan sinds 1753, maar dat is natuurlijk flauwekul, Douwe was destijds iemand die in zijn tuinschuurtje met een pannetje boven een houtvuurtje koffiebonen stond te verpesten, en geen innovatief beursgenoteerd bedrijf met miljarden omzet.
Dus die lui die corporatieve reclame moeten maken voor een firma die volgens mij nog altijd een ondermerkje van Sara Lee is, die slaan met deze advertentie de plank wel heel bijzonder mis.
De waarheid een beetje opleuken moet kunnen. Maar als je dit ziet denk je meteen: ‘Een bedrijf heeft eigenlijk geen geschiedenis.’ En zeker geen behoefte aan de geschiedenis van iemand anders, die bovendien niet helemaal kosjer was.
______