Je hebt van die lui die proberen je feestje te verpesten. En nu eens niet de buurman, maar iemand op internet die me gisteren omstandig uit de doeken deed dat de nieuwe haringen die vandaag met veel aplomb, met rood-wit-blauwe vlaggetjes en met uitjes aan de man worden gebracht tegen hoog tarief, net zo goed uit 2010 kunnen stammen. Als ze maar gevangen zijn tussen half mei en eind juni, van welk jaar, dat juffert niet.
Ja hoor, ik weet het en het is ook geen Hóllandse Nieuwe maar Deense en je kunt het hele jaar net zo lekker maatjes eten als vandaag en veel goedkoper.
Dat laatste is niet geheel onwaar. Ik heb er wel eens een ranzig beestje tussen gehad, en dat was buitengewoon smerig, maar in het algemeen savoureer ik minstens tot Kerstmis geregeld een smakelijk harinkje op de vuist, op zaterdag op de markt, bij wijze van ontbijt.
Voor de rest ben ik bij de haringen net als liefhebbers van voetballen of wielrennen; die weten allemaal best dat de wedstrijden verkocht worden, respectievelijk dat de Tour de France voor geen normaal mens uit te rijden valt, laat staan te winnen, zonder zwaar gedrogeerd te zijn. Maar ook zij laten zich hun, helaas luidruchtige, feestje niet ontnemen.
Dus ben ik gisteren er al opuit geweest voor versche dille, vastkokende aardappels, witte uien, roggebrood en crème fraîche, ik heb de voorraad aquavit gecontroleerd en bezien of een Riesling bij nieuwe haring past, of eerder een zeer droge Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc, of dat de gasten die ik vandaag krijg misschien liever bier zouden hebben of anders Ketel 1, dan wel corenwijn (ik waag het erop: nee) geschat hoeveel haringen aangeschaft moeten worden, de pepermolen op scherp gezet.
Eigenlijk moet het ongeveer 23 graden zijn en zonnig, maar dat kan ik niet beïnvloeden. Hoe dan ook, wat de haring betreft ben ik net Tevje uit Anatevka: ik ben dan wel geen rich man, maar ik houd me toch aan de tradition.
De haringen die vandaag in huize Brun worden genuttigd zijn midden vorige week door een Scheveningse visserman persoonlijk met zijn bruingezeilde houten viskotter op de Noordzee gevangen, aldaar gekaakt volgens de methode W. Beukelsz. van Biervliet, waarna mevrouw Bosten (inmiddels rond de 80) in de gelijknamige viszaak in Heerlen ze vandaag, waar ik bij sta, vakkundig fileert; ik eet er voor de zekerheid vast een uit het vuistje en dan huiswaarts waar ik met gepast gejuich zal worden ontvangen.
Ik weet zeker dat ze heerlijk vet en knapperig zijn.
En ik weet ook wel dat het allemaal nep is.
______