Op de markt kom ik Luigi tegen die sinds hij zijn ijssalon overdeed aan zijn zoon weinig anders meer doet dan zijn heimwee naar Italië koesteren. Hij leest elke morgen op internet de Corriere, La Stampa, Il Gazzettino. Als ik zeg dat ik alleen La Repubblica lees roept hij verwijtend: ‘Ah, sei socialista!’ Dat ben je in Italië al gauw, ook als je die krant leest die de Italiaanse versie is van de Volkskrant.
Hij vertelt dat hij, behalve thuis, nooit meer eens behoorlijk Italiaans eten krijgt. ‘Het ruikt in die restaurants niet eens zoals in Italië! En een stukje kalfsvlees kunnen ze nog wel bakken, maar waarom gooien ze er altijd een berg tagliatelle bij?’ Hij heeft gelijk hoor, de Nederlanders hebben dan wel de piepers ingeruild voor de pasta, maar het gaat er vooral om dat je veel krijgt, en dat je de zooi kunt prakken.
Trattoria da Peco dan, in Heerlen? De tent zit stampvol, misschien mede met het oog op Moederdag. We bewonderen de kaart die helemaal foutloos gespeld is, zowel in het Nederlands als het Italiaans. En keurig ingedeeld in voorgerechten, pastagerechten en hoofdgerechten. Peco heeft bovendien bij het aannemen van personeel goed opgelet: mooie meiden, knappe jongens.
Een van de dames komt de bestelling opnemen. Ik besluit weer eens een compleet diner te savoureren en bestel carpaccio van tonijn met een sausje van ansjovis, spaghetti vongole en een orata uit de oven, gebakken met groente en aardappelen. Het meisje is een minuut later terug en vraagt of ik me niet vergist heb? Ik zeg nee, een voorgerecht, een tussengerecht, ook bekend als primo, en een hoofdgerecht, een secondo. Nee, zegt ze, spaghetti met vongole is ook een hoofdgerecht hoor. Zo leer ik nog dagelijks bij. Ditmaal: het is hopeloos, ze leren het nooit. Dus enigszins moedeloos zeg ik: laat de spaghetti dan maar weg.
De tonijn is op het randje. De orata wordt geserveerd in de ovenschaal, er liggen twee verdwaalde aardappelwigjes bij, het braadvocht is drooggebakken en oneetbaar, de vis kurkdroog. Naast mij wordt ook een bestelling afgeleverd, het klassieke gerecht scaloppina al limone, waarbij het kalfsvlees roze moet zijn en de citroensaus doorzichtig geel. In plaats daarvan liggen er enkele taaie slordig gesneden schoenzolen in een bruine saus die, inderdaad, smaakt als bruine sju.
Hoe is dan de lasagne aan de overkant? ‘Heb ik wel eens lekkerder gehad.’ Nou, de dure biefstuk in portsaus dan? ‘Hmmm, goed wel, redelijk.’ Gelukkig kunnen we ook iets positiefs melden: de gegrilde garnalen waren prima, de pizza margherita ook. De witte wijn was een tamelijk gore chardonnay. Maar dat is uiteraard een kwestie van smaak.
Volgende keer toch maar die nieuwe tent in Kerkrade proberen. Kijken of Luigi daar ook gelijk krijgt.
______