Morgen is het Naakt Tuinieren Dag. Het is morgen trouwens ook Bevrijdingsdag en op de een of andere manier klopt dat ook wel met elkaar.
Ik zal straks vertellen waarom ik naakt tuinieren net niks vind, maar eerst even een principiële kwestie uit de weg ruimen, zodat geen sprake kan zijn van een misverstand.
Ik ben persoonlijk vóór naakt. Mits het een strenge selectie betreft. Niet iedereen, sterker nog, vrijwel niemand kan het zich veroorloven zich naakt in het openbaar te vertonen zonder ernstige schade aan zijn image op te lopen. Ik doel daarbij met name op beharing op onverwachte en ook trouwens op verwachte plaatsen, bulten, vlekken, uitstulpingen en hangende tuinen – ik hoef daar niet over uit te weiden. De meeste naakte mensen kun je het beste aangekleed ontmoeten of anders in een volkomen verduisterde ruimte, hoewel dat op zich natuurlijk ook weer ernstige problemen kan opleveren waarover ik ook al niet hoef uit de weiden. (Op deze manier wordt dit een kort stukje.)
Jullie begrijpen al dat ik doel op meer dan gemiddeld geslaagd vormgegeven dames, laten we er niet omheen draaien en in dit geval zeker geen doekjes om winden en dus ook alweer niet over uitweiden.
En dat mag wat mij betreft op alle data en allerlei plekken en plaatsen, dus eventueel ook op 5 mei. Ik kan mijn tuin voor dat doel ook sterk aanbevelen, aangezien die geheel van ongewenste in- en doorkijk verstoken is. Een oude buurman van mij, die jaren geleden nog wel eens tijdens onze zomervakanties op het huis paste, vond het ook heerlijk om gedurende het daadwerkelijke oppassen in zijn blote togus door de tuin te wandelen, onbespied door wie dan ook.
Maar, en nu kom ik na deze uitweiding toch tot mijn punt: mijn buurman hield niet van tuinieren. Jawel, hij hield van eindeloos spitten en harken, maar dat noem ik geen tuinieren.
Tuinieren dat is: in je lusthof eindeloos bezig zijn met planten, snoeien, opbinden, uitpluizen, deadheading, water geven en bemesten. En vooral: wieden, wieden en nog eens wieden.
Als je dat allemaal in je bloterik moet doen, dan komt je dat uiteindelijk duur te staan. Want wat te doen als de tuin vol brandnetels staat, of wanneer de wilde onderstammen van de rozenstruiken zich een weg gebaand hebben in het struweel? Of de braamstruiken hun verlokkende vruchten in je richting steken? Wie zich daar in waagt, niet voorzien van een lederen voorschoot, stevige handschoenen, een bouwhelm, een veiligheidsbril, geschikte werkschoenen of dito klompen, die zal toch binnen de kortste keren geheel en al onder de krassen, bulten, blaren en schrammen zitten en dan al helemaal niet meer lijken op de eerder bedoelde naakte tuiniersters.
En dan zwijg ik nog maar over de uitwerpselen van de katten van de buren waar je in kunt trappen, of de stukjes prikkeldraad die u bij eerdere experimenten in de tuin hebt achtergelaten, en van afgevallen dorens en scherpe steentjes.
Ja, zult u tegenwerpen, maar de Yamomani in het Amazonegebied dan? En de Papoea’s in de Baliemvallei? Die laatste hebben, voor zover het kerels van het mannelijk geslacht betreft, trouwens allemaal een peniskoker aan, dus die bedonderen de boel toch een beetje op Naakt Tuinieren Dag.
Maar daar zou ik me niet mee willen vergelijken. Die zijn er, als het ware, mee geboren, en ikke niet.
Nee., nou even serieus: ik vind het niks. Maar Naakt Zwemmen Dag, daar zou ik wel aan meedoen. Heerlijk.
______