Eerst leek het wel of ik receptie hield. De ene (vage) bekende in stralend zomertenue na de andere daalde de trap af van de parkeerplaats van Snowworld in Landgraaf naar het voorplein van de grootste koelkast van Nederland. Ook veel ónbekenden, maar die waren gehuld in zware winterkleding, hadden een snowboard onder de arm en van die lompe schoenen aan de voeten die voor van alles bruikbaar zijn, behalve om ermee te lopen.
Mijn luchtig geklede kennissen gingen dat duistere kouwe hol niet in, hoogstens om hun naamkaartje te halen zodat ik wist wie ze ook alweer waren.
Natuurlijk kwamen ze niet voor mij maar bijvoorbeeld voor de man die daar aan een Stehtisch in de felle zon netwerkend een gebakken eitje naar binnen stond te schrokken, de voormalige meneer Conny Breukhoven, Hans voor intimi – wat heeft die man een intimi. Ook zag ik alweer de echte eigenaar en drijvende kracht achter de grootste vrieskist, Koos Hendriks, die in het gezelschap van bestuurlijke autoriteiten perfect de zakenman weet uit te hangen die door de politiek en de ambtenarij tot permanente razernij wordt gebracht.
De politiek en de ambtenarij waren er ook, natuurlijk, de burgemeester stond weer te twitteren, twee wethouders dronken een glaasje water, tussen het aanwezig journaille – twee journalisten en een stuk of vijf luitjes van de televisie – werden de nodige begrijpende knipoogjes en kwinkslagen te berde gebracht en de eerste glazen gekoelde en niet onsmakelijke witte wijn vonden een goed heenkomen.
We waren hier, daar had ik de toespraken niet voor nodig, voor de officiële ingebruikstelling van een klimpark met bijbehorende meest geruisloze achtbaan ter wereld, genaamd de Alpine Coaster. In tegenstelling tot de vrieskist kon een en ander mijn goedkeuring wel wegdragen, ik zou graag een wandeling maken door de toppen van het klimpark maar wist dat iemand op mijn leeftijd zich beter kan beperken tot het bestijgen van de hoogste trap van Nederland, gelegen naast het klimpark.
De hoogste toren van Nederland, die kwam ook nog even ter sprake, die moest nog bovenop de voormalige steenberg van de staatsmijn Wilhelmina komen, terwijl ik dacht dat met het vertrek van de bedenker daarvan, Hans Erfkemper, naar Dubrovnik dat idee wel met een zucht van verlichting terzijde was gelegd. Maar nee hoor, het idee werd meermalen genoemd en voorgedragen voor realisering en sterker nog: Erfkemper was zelf even overgewipt uit Kroatië.
Terwijl de eerste glaasjes roze prosecco werden gesignaleerd en de hapjes werden rondgedeeld kregen we een eindeloze reeks toespraakjes voor de kiezen van iedereen die gewend is duiten in zakjes te doen en zelfs op te treden als spuit elf, maar het journaille had intussen het echte novum ontdekt: vier piepjonge dansmeisjes die maar moeizaam met het klimpark in verband konden worden gebracht, maar op de tonen van iets van Radio Parkstad zwierden en draaiden en daarbij uiteraard een prooi werden van de klikkende en zoemende camera’s. (Een tv-camera zoomt misschien, maar zoemt niet, natuurlijk.)
Uw verslaggever fotografeerde uiteraard enthousiast mee, vooral als compensatie voor een gesprekje dat ik kort tevoren had met een goed uitziende lange mevrouw van rond de 35 die had geroepen: ‘Wat? Bent u 73? Maar daar ziet u helemaal niet naar uit! Mijn vader is ook 73, maar die is veel ouder!’ Ik verslikte me nog net niet in de, ik herhaal: uitstekende witte wijn en gelukkig werd zij weggeroepen.
Indirect was het voor mij wel aanleiding om niet samen met Peter Derks, wiens vader zelfs veertien jaar jonger is dan ik, en Piet heet, in zo’n geruisloos schuitje van de Alpine Coaster te stijgen. Dat is het nieuwe bang: bang om voor ouwe gek te worden uitgemaakt die veel te jeugdige dingen doet tussen schoolkinderen die met helm en al het klimpark binnen klimmen en lief lachende dansmeisjes. Die meisjes bleken uiteindelijk gehuurd om Koos Hendriks, een opgetrommelde gedeputeerde, een wethouder en de Nederlander die als eerste ooit de top van de Mount Everest had betreden te assisteren bij het onthullen van het naambord van het park.
Ik kon nog net opzij stappen om niet potsierlijk bedolven te raken onder het doek dat naar beneden dwarrelde. En daarna stapten de meisjes twee aan twee in die schuitjes.
Het was een leuke middag, voor herhaling vatbaar. Als die toren er is, bijvoorbeeld.
Spijt heb ik alleen maar dat ik niet in dat schuitje ben gestapt. Dat lijkt me, bij nader inzien, toch echt bejaardenproof.
________