Wie herinnert zich Henk Ruijssenaars nog? Ik kende hem van De Gelderlander, waar hij wel eens op de redactie kwam omdat zijn toenmalige vriendin er werkte. De laatste jaren was hij vooral lid van het legioen complotdenkers op internet. Daarvoor was hij vele jaren correspondent van diverse media. De laatste keer dat ik hem op de radio hoorde deed hij verslag, vanuit Tunis waar hij toen woonde, van iets dat zich in Kenia had afgespeeld – mijn geoefende oor hoorde dat hij maar wat improviseerde, hij had tien minuten tevoren wellicht haastig wat kranten doorgenomen, de anchorman in Hilversum wist er duidelijk meer van dan de Afrikaanse correspondent zelf.
Daarvóór, begin jaren tachtig, logeerde hij een paar nachten bij mij. Hij woonde toen alweer in Stockholm en was in opdracht van de GPD, het persbureau waarvoor hij werkte, bezig met een reportage over de destijds spelende zaak van de Limburgse amfetaminesmokkelaars die in Zweden vastzaten.
Van werken kwam niet veel, want Henk was weliswaar reuze gezellig maar ook voortdurend dronken en hij deed nog andere dingen die vallen onder de noemer ‘van de doden niets dan goeds.’ Want Henk is dood, al ruim anderhalf jaar, er is weliswaar op internet iets van te vinden van de hand van zijn vriendin Quinta – zie de rouwkaart – maar eigenlijk opvallend weinig. Henk had zijn grote tijd al afgesloten vóór het internet definitief toesloeg.
Henk spéélde de snelle journalist, maar iedereen wist dat hij een journalistieke charlatan was – zoals er destijds vele waren. Onderhoudend, kleurrijk, maar geen sieraad voor het vak.
Van iemand die Henk zeer goed gekend heeft ontving ik het navolgende In Memoriam, dat een verrassend sympathiek beeld toont van een man die ik inmiddels vrijwel onverdraaglijk was gaan vinden.
________