Die geweldige wedstrijd over je eigen schaduw heenspringen van afgelopen week, daar is nu wel voldoende over gezegd. Tijd om ons eens te concentreren op een wel daarmee verband houdend verschijnsel: een groot deel van de media is het er roerend over eens, dat fractievoorzitter van de PvdA Diederik Samsom, door niet over zijn eigen schaduw heen te springen, zichzelf en daarmee zijn partij geschaard heeft in de rijen van de populisten, te weten de SP en de PVV.
In geen enkel radio- of tv-programma mag Diederik meer komen, als hij niet vooraf toezegt dat hij zijn spijt zal betuigen dat hij het feestje bij Jolande en Jan-Kees willens en wetens aan zijn neus voorbij heeft laten gaan. Hij mag niet wagen toch nog te proberen uit te leggen dat de dingen die vorige week zijn besloten voornamelijk het Catshuisakkoord behelsden waarmee Rutte, Verhagen en eventjes ook Wilders de belangen van ondernemers, grootverdieners en de financiële markten veilig stelden. Maar dan met, zoals ik ergens las wat goedkope schouwburgkaartjes en een enige zonnepanelen. Ook moest hij verzwijgen dat hij best mee had willen doen als de lasten van de crisis niet terecht waren gekomen bij de mensen die ze het slechtste kunnen dragen. Als hij dat waagde wel te vermelden – en hij waagde het iedere keer weer – zegt de talkshowhost: ‘Jaja, het verkiezingsprogramma voorlezen kan altijd nog.’
Het dieptepunt werd gisteravond bereikt tijdens Nieuwsuur vanuit café Dudok in Den Haag, waar Twan Huys de hele uitzending lang niets anders deed dan Samsom inpeperen dat hij nu verloren had, hij stond met 1-0 achter en daarmee zat hij in het kamp van Wilders en Roemer. Iedereen die maar twee seconden enigszins objectief wil denken weet dat daar geen hout van klopt, maar daar gaat het niet om: Ook Twan Huys wil er niet van beschuldigd worden op het beslissende moment niet net als iedereen over zijn journalistieke schaduw heen te hebben willen springen, en dus voorlopig niet met Kees Boonman een biertje kan drinken.
Twan deed het trouwens niet alleen, hij had drie secondanten meegebracht, en samen schreeuwden ze tegen Samsom dat hij zijn mond moest houden want zij wisten het al: dat hij zijn partij definitief naar de kloten had geholpen. Het ergste is natuurlijk dat het drie politici waren van de derde categorie, die als puntje bij paaltje komt bij Samsom nog niet in één vertrek mogen verblijven. Te weten Wouter Koolmees van D66, Dirk Jan Eppink, een gevaarlijke en zeer domme neokapitalist die zonder veel moeite de gehele uitzending met dat superieure glimlachje Samsom zat te fixeren, en motorrijder Wim van de Camp van het CDA, het prototype van iemand die in het verzet gaat ná de oorlog.
Die laatste had van mij, ondanks het kennelijke verbod van Twan Huys, een veeg uit de pan mogen krijgen van Diederik. ‘Beste Wim, je bent een leuke kerel, maar je moet nu even je bek houden of liever: weggaan, want jij hebt anderhalf jaar juichend staan toezien hoe jouw partij rustig in de schaduw van Geert Wilders bleef zitten terwijl het land naar de kloten ging.’
Dat had ik gezegd, als ik Samsom was. Maar ik ben Samsom niet, al ben ik qua hoofdhaar al aardig in zijn richting opgeschoven.
_______