Verdienstelijke amateurpopgroepen, die bestaan over het algemeen uit drie jongens van een jaar of twintig, een leadgitarist die ook zingt, een basgitarist, een drummer. Als ze doordringen tot de één minuut roem bij De Wereld Draait Door, dan zijn ze al op weg om semiprofessioneel te worden. Meestal hebben ze volstrekt bizarre namen.
Bastardi di Blues is ook een wat typische naam. Vergelijkbare samenstelling: basgitariste die ook keyboard speelt en zingt, drummer en een leadgitarist die ook zingt. Twee grote verschillen: meestal is de naam van zo’n rockpopgroep een of andere Amerikaanse verbastering. En ze zijn ook ouder, Monique Demarteau, René Vlems en Johan van de Beek, als ik snel reken ergens tussen de veertig en de vijftig, nee: Monique is net nog onder de veertig, schat ik. Anders dan zijn naam zou doen vermoeden is Van de Beek veel erger getroffen door de italofilie dan de gemiddelde Italiaanse chauvinist, vandaar dat ze niet Blues Bastards heten, maar Bastardi di Blues. Van de Beek noemt Vlems ook wel Renato, trouwens. En zelf heeft hij wel iets weg van de regerende sjtadsprins van Landgraaf en van Michiel Romeyn in zijn rol van Belse rockgitarist, maar dan getooid met badmuts.
Je zou verwachten dat Van de Beek zich het repertoire van Renato Carosone eigen zou hebben gemaakt, of dat van Domenico Modugno, of desnoods van Adriano Celentano of zelfs Gianmaria Testa.
Welnee, want Johan heeft nog een tweede uit de hand gelopen hobby: Amerika, en meer in het bijzonder de Amerikaanse zwarte blues. En daarvan dan weer de alom nog altijd betreurde Jimi Hendrix. Had die maar de techniek tot zijn beschikking gehad die Van de Beek hanteert, dacht ik gisteren in het Heerlense Cultuurhuis waar het drietal optrad. Gotsamme. Op de website van de Bastardi wordt melding gemaakt van ‘scheurende gitaren en pompende drums’, nou, dat is een exacte omschrijving van het gebodene.
Wat mooier is: de formatie (vroeger heette dat een combo, tegenwoordig spreken we liever van formatie) ziet kans een flinke schare fans een avondvullend programma voor te schotelen dat aanleiding is tot menige enthousiaste cat call.
Eigen composities waren er ook, enkele prachtige onversneden klassieke blues, een hommage aan Jimi, natuurlijk, en een ballade aangaande de vallende man uit het WTC in Manhattan op 11 september 2001 – over de mate waarin sentimentaliteit de overhand moet of mag krijgen kan met mij gediscussieerd worden. Ook de in eigen atelier vervaardigde video’s op de achtergrond konden mijn goedkeuring wegdragen.
De drie samenstellende leden van de Bastardi zijn alle drie journalisten, Vlems en Van de Beek ook nog columnisten bij de enige overgebleven Limburgse krant, Monique is ook journalist en werkte ooit bij het Limburgs Dagblad. De drie vonden elkaar na die fusie. Van de Beek kwam van De Limburger, Vlems van het Limburgs Dagblad en hij vormt met Demarteau een huishouden.
Het is een heel eind lopen van station Heerlen naar dat Cultuurhuis en terug en dus moest ik bijtijds weg om de laatste trein te halen.
De wandeling is flink saai, want om half negen lagen alle bewoners van de Sittarderweg reeds achter de gebreide broek of hadden zich toch minstens teruggetrokken achter de rolluiken.
Ik werd dus niet gestoord in mijn overwegingen. Waarvan er één was dat de rampzalige teloorgang (in slow motion) van de Limburgse pers sinds de fusie van dagblad De Limburger en het Limburgs Dagblad eind jaren negentig, in ieder geval één glorieus geval van serendipiteit heeft opgeleverd: de Bastardi di Blues.
________