Het weekend verloopt behoorlijk rustiek, om niet te zeggen: bucolisch. Gistermiddag begaf ik mij naar een stuk weiland aan het grensriviertje de Worm in het dorp Rimburg. Daar was het traditionele eerste bakkesfeest van het dorp. Een bakkes is een bakhuis, en naar verluidt had elk dorp vroeger zo’n centraal gelegen bakhuis, waar dagelijks een groot vuur in werd gestookt waar iedereen zijn brood en vlaaien in kon komen bakken. Pizza’s, denk ik dan, want die worden op exact dezelfde manier gebakken.
Enkele uitzonderingen daargelaten bakt niemand meer de eigen vlaaien en brood, en dus is het nu een hobby waarvoor je zelfs een landelijke vrijwilligersprijs in de wacht kunt slepen. Het bakhuis is nog maar twee jaar oud, maar een schot in de roos.
Vorig jaar was het eerste bakkesfeest een koude bedoening, maar dit jaar dus niet. Met een temperatuur van tegen de twintig graden bij door lichte sluierwolken getemperde zonneschijn was een flink deel van het dorp toegestroomd om de in loop van de dag al gebakken vlaaien en broden te nuttigen. Je zou denken: met een aarden kroes overdadig schuimend bier erbij, maar hier gaat het zediger: met koffie en thee.
Het is natuurlijk heel kneuterig allemaal, maar het doet ergens goed te zien dat mensen nog aan lange tafels bij elkaar kunnen zitten onder de bedeesde klanken van een dialectzanger – Paul van Loo, die onder andere omstandigheden voortreffelijk covers van nummers van Stones en Beatles ten beste geeft. Het is de voorloper van het modieuze prosecco- rosé- en chardonnayterras.
Eens kijken of je van de barbecue ook iets rustieks kunt maken. T-bonesteaks, hamburgers, een beetje Amerikaans-bucolisch dus. Speklapjes, iets lokaler. Verder weg: spareribs van het wagyurund. Op het randje.
Dat je ook televisie op rustiek vrijwilligersniveau kunt maken bewijst wekelijks de lokale omroep, Omroep Landgraaf. Ik mocht vandaag aanschuiven bij een soort voorloper van de moderne P&W talkshow. Een plaatselijk café is the place to be, hoewel er kennelijk niet op live publiek werd gerekend en de uitzending ook niet rechtstreeks, pardon: live is.
Ik was dus aan de beurt en maakte van de gelegenheid gebruik enkele misverstanden weg te nemen die bestaan over het huis-aan-huisblad dat ik wekelijks samenstel.
Niet dat dat veel zal helpen, want zowel de lokale omroep als de website van mijn weekblad kampen met hetzelfde probleem: er kijken niet voldoende mensen naar.
Internet is hier trouwens, heb ik de indruk, nauwelijks ingeburgerd. Dat weet ik omdat ik ook op de agressiefste stukkies op dit weblog nog nooit één reactie uit het dorp heb gehad.
Maar ach: als je een gelegenheid hebt als het bakkes in dat bucolische landschap met een riviertje, weiden, populieren, in een lintvormig dorpje met allemaal oude boerderijen naar oud-Romeins model, dan ben je voorlopig nog niet aan de geneugten van internet toe. Heb ik zo’n idee.
Zo, nu naar de moestuin, hoogste tijd voor het planten van de zomerprei. Net even een pootstokje gemaakt.
Zo rustiek genoeg?
_______