Dat blijven we dus elk lustrum houden: dat we zien hoe Pim Fortuyn midden in de nacht na de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 helemaal fris en fruitig zit te oreren tegen Ad Melkert die kennelijk overwoog: ‘Ik denk dat ik maar eens ga solliciteren in een ver buitenland. Nog beter: dat we op huus aan gaan.’ Hans Dijkstal ging daadwerkelijk tijdens de uitzending al op huus aan, en later zelfs de pijp uit. Maar dat was alweer ruimschoots nadat Pim de pijp aan Maarten had gegeven, want die lag al exact twee maanden later gestrekt op het plaveisel van het Mediapark in Hilversum.
Waarmee maar weer eens bewezen werd dat wij voor het opknappen van smerige karweitjes eigenlijk helemaal geen behoefte hebben aan buitenlanders, dat kunnen we zelf ook. Van de kogel kan nu dan ook, tien jaar na dato, worden gezegd dat hij uit een pistool kwam.
Ik was die middag van de zesde mei 2002 net thuis toen ik de tv aanzette en het begin zag van de extra uitzending van het NOS Journaal waarin het nieuws wereldkundig werd gemaakt. De nieuwslezer kon als het ware vanuit zijn raam een ooggetuigeverslag leveren.
Door omstandigheden van persoonlijke aard kwam er dat jaar nauwelijks iets van wat je een ‘dagelijkse column’ zou kunnen noemen, maar toen ik in het begin van 2007 nog eens nakeek wat ik over de politieke ontwikkelingen in 2002 en begin 2003 had geschreven, kwamen er toch een stuk of veertig columns bovendrijven die wel een beeld geven van wat zich in de politiek en in mijn hoofd afspeelde, destijds. Enige basale kennis is daarbij wel nodig, Je moet je herinneren wat de naam Volkert van der Graaf betekent, en Bomhoff, en wat de LPF ook alweer was. En Winnie, vooral Winnie.
En dat de mensen toen dachten dat het ontketenen van een revolutie annex staatsgreep net zo gemakkelijk was als vuurwerk afsteken met Oudjaar. Nog scherp op mijn netvlies stonden de taferelen tijdens de begrafenis van Fortuyn, de getatoeëerde kaalkoppen die bloemen gooiden op de witte limousine, de twee hondjes van de overledene, de een meter dikke laag bloemen op de begraafplaats in Velzen of daaromtrent waar de overledene verder transport naar Italië zou afwachten.
Intussen is er veel veranderd, maar sommige dingen ook weer niet.
In 2005 bezocht ik het bizar vormgegeven graf, als een wansmakelijk koekoeksei aan de rand van het armoedige kerkhofje van San Giorgio della Richinvelda. Ik stond daar ietwat beteuterd te kijken naar de beertjes en lieve briefjes in meisjeshandschrift en dacht aan Pim, die wel smaak had gehad, en die geprotesteerd zou hebben tegen dat malle familiewapen – in bepaalde kringen word je gemakkelijk van niets tot adel.
De gemeente waarin dat graf zich bevindt maakte aanvankelijk wel reclame met Pim, in de verwachting veel rijke Hollandse toeristen te trekken. Op de website is nu geen spoor meer te vinden van de Goddelijke Kale, zelfs niets meer van het toch zeer aandoenlijke guest book.
Twee jaar later, bij het eerste lustrum, maakte ik van de veertig columns een boekje bij de firma Lulu.com, waar het nog altijd tegen gering tarief te downloaden is en voor nog geen tientje in tastbare vorm. Let ook op mijn snor en montuurloze bril op de omslag en overweeg hoe de wereld snel kan veranderen – inmiddels ben je met die bril een rechtse politicus of ondernemer.
Inmiddels zuchten we alweer twee jaar onder de terreur van het niets, vertegenwoordigd door een even grote en even bekwame Kamerfractie als Fortuyn destijds postuum verzamelde. En die de domrechtse revolutie inleidde.
Die wij voorlopig nog even moeten uitzitten, waarna wij het moeizame karwei ter hand mogen nemen om de puinhopen van Rechts op te ruimen.
Lees intussen dat boekje en huiver.
_______