Een mevrouw aan de telefoon die verifieert of ik wel degelijk ben die ik ben. ‘U was toch op zoek naar HV?’ Eh, nou, ja, op zoek… zegt u het eens?
HV zijn de initialen van het meisje met wie ik in 1959-1960 een jaartje zeer ernstig verkering heb gehad. Zij was 19 en ik 21. U kent dat wel. Het was heel heftig en het zou eeuwig blijven bestaan. Maar dan hadden wij toch buiten de ouders gerekend en uiteindelijk koos zij voor haar vasthoudende moeder. Neem haar dat eens kwalijk.
Ik vond al snel troost bij iemand anders en zo verstreken er vijftig jaar, waarin ik nog geregeld aan haar dacht. Ze was heel slank, mooi blond, en behoorlijk zedig. Heel slim en zij bracht mij de liefde voor heftige muziek als het Vioolconcert van Beethoven en het Pianoconcert van Grieg bij. Allebei uniek, dat zei misschien wat over wat wij voor elkaar voelden. Voor haar was ik zelfs weer beetje katholiek geworden, zij het dan de moderne versie.
Ik kan haar nog goed beschrijven want ik heb nog een foto van ons tweeën, ergens in oktober 1959 op de Dam in Amsterdam gemaakt, door een straatfotograaf. We waren een mooi stel, al zeg ik het zelf. De 93 brieven die ik haar schreef toen we drie maanden lang smartelijk van elkaar gescheiden waren – omdat ik een baantje had gevonden in Leeuwarden en zij in een laboratorium in Nijmegen werkte – heb ik nog hier, maar nooit meer durven lezen.
Een tv-programma waar ik geregeld naar keek en nog wel eens kijk, dat is Memories van de KRO. Terwijl we keken, een jaar of drie geleden, vroeg Djamila: ‘Met wie zou jij nog wel eens in contact willen komen?’ Zonder aarzeling zei ik ‘HV.’ We praatten er wat over en na enig nadenken besloot ik Anita Witzier niet te mailen. Om twee redenen: ten eerste zie je in Memories dat die relaties meestal niet zonder reden zijn verbroken, en dus maar beter niet opgerakeld kunnen worden; ten tweede omdat ik altijd schrik van het lichamelijk verval dat tussen de tijd toen de relatie nog floreerde en nu vaak wel erg rampzalig heeft toegeslagen. Ik wilde HV zo voor ogen houden zoals ze er op de foto uitzag. Want als zij sindsdien net zo vervallen was als ik sindsdien – het is bijna 53 jaar geleden – dan is er niet veel moois van over.
Ik googelde haar naam en vond wel tientallen HV’s. Gelukkig leek niemand op haar. Ik moet in die tijd ook contact hebben gehad met de mevrouw die mij gisteren belde om me te vertellen dat ze haar gevonden had. Ze zei me ook dat HV wel contact met me wilde. Mijn telefoonnummer had ze al, uit het telefoonboek. ‘Ze is niet zo van de computers.’ OK.
Ik wacht af.
En hoe ik in aanraking ben gekomen met de mevrouw die mij belde: al sla je me dood.
______