Eigenlijk had ik uitvoerig willen stilstaan bij het afscheid van Job Cohen. Die niet terug had van het optreden van een stuk of veertig, vijftig politieke clowns in de Tweede Kamer – Rutte, Wilders, de rest van de PVV-fractie, een aantal VVD-ers en CDA-ers, en diverse bewindslieden – en de handdoek in de ring gooide. Onuitgesproken bleef de belangrijkste boodschap van deze gebeurtenis: er zit vermoedelijk niets anders op dan de marxistische Verelendung: het Nederlandse volk moet het zelf maar weten als het zo ontzettend graag door een stel charlatans naar de verdommenis geholpen wil worden.
Maar toen zat daar Rutger Castricum bij De Wereld Draait Door. De domste exponent van het politiek nihilisme, de man die de kunst van het pestinterview heeft uitgevonden: hij wil 1. niet weten wat het antwoord is op zijn vragen, en 2. de geïnterviewde te kakken zetten. Sinds de laatste keer dat ik hem zag is hij daar behoorlijk pafferig van geworden, trouwens.
Hij zat er om een boekje te promoten, het eerste boek in zeven jaar tijd waarvan Matthijs van Nieuwkerk niet zei dat hij het geboeid gelezen had, maar dat hij het had doorgebladerd. Zo te zien een ordinair uitgevoerd en nogal dun werkje, dat ongetwijfeld zijn weg zal vinden bij het publiek dat niet beter weet of de politiek is er om te lachen – voor zover dat publiek de leeskunst machtig is en weet waar je een boekwinkel kunt vinden.
Vervolgens werd Castricum op hilarische wijze en vakkundig in de tang genomen door Van Nieuwkerk, Jan Mulder, Frenk van der Linden en Felix Rottenberg. Ze bleven allemaal beleefd maar ik heb niet het idee dat Castricum met een voldaan gevoel naar huis ging. Afgang voor de eenenvijftigste clown in de politieke arena. Nieuw begrip: we hebben een fatsoenskloof.
En toen het geval NRC Handelsblad versus de goegemeente die alles wil weten, maar eigenlijk ook niet, aangaande de gezondheidstoestand van mr. drs. J.F. van Amsberg. Hoofdredacteur Peter Vandermeersch had gelijk toen hij zei dat voor de krant het medisch beroepsgeheim niet geldt. (Als bij het bericht van een verkeersongeluk wordt vermeld dat de aangereden fietser een gebroken been of een schedelbasisfractuur heeft opgelopen, is dat dan schending van het medisch beroepsgeheim en van de wet op de privacy?) En Jan Mulder, altijd de zorgvuldigheid zelve, stelde aan de hand van het enige portretje van Cees Tulleken dat we tot dan toe kenden vast dat het hier weer zo’n arrogante dokter betreft die meent dat hij boven de wet staat. Een knappe analyse – als die in NRC Handelsblad had gestaan, zouden er nóg meer lezers opgestapt zijn, denk ik.
En toen was een van de meest gedenkwaardige afleveringen van DWDD weer achter de rug.
In Pauw & Witteman zagen we uiteindelijk wat Tulleken dan wel was: een man van 71 die al even eerder had moeten inzien dat je ooit op een leeftijd komt dat je arrogante dokterschap overgaat in een zekere mate van zieligheid.
De laatste tijd had ik soms de indruk dat een dergelijk verschijnsel zich ook al voordeed bij Job Cohen.
Sombere gedachten. Laat me nou eerst even rustig nagenieten van de zeperd van het brutaalste schoffie van de televisie.
_______