Wat ik met jullie zou willen afspreken: de opwarming van de aarde is een geweldig interessant concept, maar signalen van enige betekenis dat we definitief verzeild raken in een lauwwarm mediterraan klimaat zijn er dus helemaal niet. Nog eens duchtig gassen met de automobiel helpt niet. De tuin vol palmen en bougainvillea’s zetten getuigt van een zieke geest, die minstens ‘stom bezig’ is.
Zelfs in de rijkserkende mediterrane contreien moeten ze met de billen bloot, als het daar niet te koud voor was. De Cinque Terre aan de Ligurische kust in Italië, een streek die ik sinds jaar en dag verslijt voor een klimatologisch paradijs (op winterse overstromingen na, natuurlijk) tonen dezer dagen temperaturen die ook overdag niet boven nul komen. Wat zou er inmiddels over zijn van die schitterende bougainvillea in Levanto, om maar eens een retorische vraag te stellen?
Ik heb wat veel tv gekeken de laatste dagen en ik heb daar tientallen mensen, soms op spectaculaire wijze, door het ijs zien zakken. Zo zie je maar weer wat een vertekend beeld je kunt hebben, want veel van die beelden blijken jaren oud. In werkelijkheid is bliksemsnel Nederland bedekt met een ijsvloer waarvan de restanten in augustus nog ontdekt zullen worden in de bossen van Drente en de Flevopolder. De snelheid waarmee het zich heeft voltrokken doet denken aan het boek Cat’s Cradle van Kurt Vonnegut, waarin een waanzinnige geleerde zijn uitvinding – water dat bevriest bij 9 graden Celsius – toevoegt aan de wereldzeeën waardoor het grootste deel van de wereld spontaan doodvriest.
Het was vanmorgen min 13 op mijn thermometer, de officiële temperatuur was zelfs min 15. Dat is weliswaar al eeuwen een zeldzaamheid – de laatste keer dat ik me een dergelijke temperatuur in februari kan herinneren was in 1955 of 1957 of misschien ook 1963 – maar je kunt er niet op rekenen dat het nooit meer zal gebeuren, of althans een hele tijd niet meer.
En het ergste is geniepige manier waarop het dit jaar, net als in 1955, toeslaat: je wordt maandenlang in slaap gesust met temperaturen die je nauwelijks winters kunt noemen en dan word je op een ochtend wakker, ook nog op een ongelegen moment omdat je naar de dokter moet met een zwerende vinger, en dan is het ineens koud, verzengend koud, zou je bijna kunnen zeggen.
Terwijl de horde sadomasochisten juichend die rare ijzers onder de schoenen gespt waarop ik nooit hebben leren rijden, constateer ik dat de wilde zangvogeltjes, die zich vorige week nog zorgeloos kwinkelerend de vetbollen prima lieten smaken, nu nergens meer te bekennen zijn. Ze zijn vermoedelijk een paar dagen geleden wakker geworden in een holle boom en hebben tot hun leedwezen moeten constateren dat ze waren doodgevroren.
En dat wij dat nog niet zijn dat danken wij aan Buienradar en aan Piet Paulusma, die zijn horrorwinter alsnog gestalte ziet krijgen.
Ik ga weer naar bed en kom er pas weer uit als mij het bericht bereikt dat de eerste aardbeien van de volle grond tegen schappelijk tarief veil worden geboden.
________