Saint Amour is een in Vlaanderen uitgevonden vorm van theater die sinds een aantal jaren ook tot Nederland is doorgedrongen. Wat is Saint Amour? Als ik moet afgaan op wat ik gisteravond zag: Door klein ensemble gespeelde muziek van Vivaldi. Voorleessessies door een aantal min of meer bekende schrijvers. Een korte voordracht door een actrice. Een verhaal gelezen door een bekende acteur, overlopend in een paar hilarische films. Muziek en zang door een kleine folkloregroep, het geheel aan elkaar gepraat door de Vlaamse journalist Piet Piryns.
Dat klinkt natuurlijk, zo omschreven, helemaal niet leuk. Ik zal er een ingrediënt aan toevoegen: het ging over Italië, dat was ook de reden waarom ik een kaartje kocht. Meer in het bijzonder: om Sandro Veronesi eens te zien en misschien wel even te spreken, de schrijver van Caos Calmo, van Brucia Troia, van XY.
Hij was de hoofdact van de avond, las razendsnel een prachtige passage uit dat laatste boek voor, de vertaling rolde achter hem voorbij; het gaat over een psychiater die een patiënte heeft die per se aan de hand van diens mobiele telefoon wil bewijzen dat haar man vreemd gaat. Vijf minuten later stond ik oog in oog met hem, ik dacht nog, ho eens even, ik schrijf serieus bedoelde stukken over zijn boeken, en nu sta ik ineens nederig in de rij voor zijn handtekening. Toch ben ik er blij mee: Heerlen geschreven zonder l, ‘Voor Sante, met mijn vriendschap, Sandro Veronesi’ staat er nu in het Italiaans in mijn exemplaar van XY, bijna twee jaar geleden gekocht, ik denk in dat kleine boekwinkeltje op het Lido di Venezia waar ik vaker kom. Ik ben namelijk wat literatuur betreft niet van de straat. Sta ik daar uit te stralen. Die Romeinse datumaanduiding, door de titel van het boek heen, sjiek hoor.
Sommige mensen zijn aanzienlijk botter dan ik, die hebben alle boeken van Veronesi bij zich, en ook dat ene dat ik nog moet kopen van Francesco Pacifico (zijn tietenverhaal overtuigde me), alles van Ilja Leonard Pfeijffer, die naar Genua fietste en daar bleef wonen, samen met of misschien wegens de etherische actrice Irene Lamponi, van Herman Koch die een speciaal voor de gelegenheid geschreven column voorlas waarin de kapitein van de Costa Concordia voorkomt – hij vertaalde de kreet ‘Vada a bordo, cazzo’ ook alweer verkeerd – en Arjen Lubach, die een soort coming man schijnt te zijn in de Nederlandse literatuur.
Italië en de liefde, daar ging het over, en dat is natuurlijk een gelukkige combinatie. Je kunt er ook alle kanten mee op, zo bleek gisteravond. Aan de ene kant de etherische muziek en zang uit Orlando Furioso van Antonio Vivaldi door het ensemble Transparant en aan het andere einde de smachtende, naar Andalusië ruikende gezangen van Maria Morgante en Salvatore Carlino uit… Zwartberg in Belgisch Limburg.
Met daartussen een bont mengsel onder het motto: waar je ook prikt op de kaart van Italië, er komt altijd liefde uit. En dus draait op de achtergrond een foto mee, een beroemde in zwart-wit, van een mooie vrouw die statig voortschrijdt, bewonderend bekeken door een groep lanterfantende mannen, leest acteur Thom Hoffman gedichten van Catullus en verhalen van Boccaccio die uitlopen op een passage uit een film van Pasolini, inderdaad, Decamerone, over een paar geile nonnen en draait een stuk uit de film Taxisti di notte, waarin Roberto Benigni bij zijn passagier biecht over zijn liefdesleven met pompoenen, een schaap en zijn schoonzuster.
En zo nog het een en ander.
Ik zeg nog tegen Veronesi dat ik zijn boek niet gemakkelijk vond, maar dat zijn Italiaans zo schitterend is dat ik hele pagina’s twee of driemaal heb gelezen, en soms zelfs heb geroepen: ‘Wat prachtig!’ maar ik zie hem denken, daar staan nog meer mensen in de rij.
Rest mij nog te stellen dat Pfeijffer volgens mij een aardig mondje Italiaans praat (dat zeggen Italianen ook altijd tegen mij) en dat ik dat verhaal van Francesco Pacifico maar eens op mijn Lista desideri op Amazon.it moet zetten.
Het publiek in de zaal bestond voor een belangrijk deel uit dames van het type ‘leesclub’. Logisch. Ze vonden ook de filmfragmenten prachtig.
En Saint Amour, de idee erachter die het geheel samenhang zou moeten geven, daar moet iets typisch Vlaams aan zitten dat mij eerlijk gezegd ontgaat.
______