In Lech ben ik nooit geweest in de winter, wel in Chamonix en in Sant Moritz. Beide beter te genieten op een mooie breedbeeldfilm, want met de eigen voeten in die rotsneeuw, dat is andere koek. In Sankt Anton, daar ben ik wel eens in de zomer geweest, zelfde hotels als Gasthof Post in Lech, dat uitzinnige gekneuter waar de Duitssprekende gemeenschap niet alleen zo ontzettend gek op is, maar ook het patent op heeft. De geur van een hotelkamer in een houten gebouw en een heel dik donzen dekbed. Gesmoord gezang vanuit de bar, pardon: de Stammtisch.
En buiten die vijandige wereld van het hooggebergte. De laatste wildernissen van Europa, in de zomer al een mensonvriendelijke omgeving. Mooi, zeker, heel mooi en als je een beetje uitkijkt kom je er ook nog levend uit.
Hoe mensonvriendelijk het gebergte in de winter is, dat kun je in het seizoen zien aan de straten van het dorp, waar je de wintersporters in hun ruimtepakken ziet voortwankelen – zonder zo’n ruimtepak is het betreden van het skigebied gekkenwerk. Mèt ook, trouwens: in de wintersport vallen jaarlijks honderd doden en enkele duizenden gewonden, de wintersport mag misschien een miljoenenindustrie zijn, de reddingsdiensten doen er niet veel voor onder. Wat ik sinds gisteren weet: dat zo’n ruimtepak inderdaad veel weg heeft van de pakken die ruimtevaarders dragen, met dien verstande dat die laatsten natuurlijk weinig zouden hebben aan een zelffluitend noodsignaal en een zak lucht op de rug.
Eerst over Friso. Anders dan zijn broers is hij niet prins van beroep, maar bankier – na twee studies die eerder tot ruimtevaart dan tot het verzinnen van financiële producten aanleiding zouden zijn geweest. Het koningshuis heeft een voorbeeldfunctie – zijn beroep brengt de eis met zich mee dat Willem Alexander zich niet in onnodig gevaar begeeft. Maar Friso mocht dat dus wel, hij is veel minder een voorbeeld voor onderdanen, want die heeft hij niet.
Friso is een zeer ervaren skiër, hoor ik. Maar hij is natuurlijk ook gewoon een laaglandbewoner tot wie de gevaren van het hooggebergte nooit helemaal doordringen. Ik bedoel, hoe haal je het anders in je hoofd om tijdens een tsunami-waarschuwing toch een lange wandeling over het strand te gaan maken? (Dit is buiten de afgebakende pistes te gaan skiën bij waarschuwing oranje – knipperend, vertaald voor laaglandbewoners.) Iemand twitterde gisteren: ‘En die man heeft kleine kinderen.’
Afgezien van zijn formele status van Friso als ‘bekende Nederlander’ is hij gewoon een Hollander, zoals al die tienduizenden Hollanders die vandaag afreizen naar een van de gevaarlijkste wildernissen van de aardkloot, om er gezellig iets heel doms en saais te doen: er vanaf te glijden. Hij heeft zich nu geschaard onder de honderden die de komende weken weer per ambulance of vliegtuig naar huis zullen worden gebracht. De meesten hebben alleen gebroken botten, voor Friso ziet het er iets minder rooskleurig uit.
Als hij het als een waarschuwing bedoeld heeft, dan heeft hij er wel een goed moment voor uitgezocht. Een waarschuwing voor de goegemeente die zich, stel ik me voor, luidkeels ‘Anton, Anton’ zingend, net nu in het feestgedruis gaat storten.
Gaan dansen op de vulkaan, want dat zijn die wankele sneeuwmassa’s feitelijk. Een lawine lijkt verrassend veel op een lavastroom, heb ik begrepen, alleen minder warm.
Die rotsneeuw.
______