De markten hier in Limburg lopen een beetje achter, en de prijzen zijn er ook wat hoger. Twee weken geleden zag ik op de markt in de Hoogstraat in Rotterdam kersen liggen voor 3 euro 50 per kilo, gisteren op de markt in Eygelshoven rekende men vijf of zes euro per kilo, en twee kramen prezen de kersen aan met de tovernaam Hedelfingers. Naar mijn schatting worden er minstens tien maal zoveel Hedelfingers verkocht als dat er worden geproduceerd.
De kersen die we de laatste jaren in het holst van de winter in de winkels zien, zijn van de variëteit Bing. Grote kersen, grotendeels donker van kleur, sappig, vrij hard, knapperig – je zou ze kunnen verwisselen met Hedelfinger, of Abbesse de Mouland.
Vijf euro per kilo – zo goedkoop heb ik nog zelden kersen gegeten. Ja, in de jaren vijftig, toen ‘de Betuwe in bloei weer stond’, toen waren ze wel goedkoper, vooral als je ze zelf plukte bij de boer. Die tijd is ook voorbij, want hoewel van de weinige kersentelers die er nog zijn een enkeling zijn boomgaard openstelt voor zelfplukkers, krijg je de vruchten ook daar niet voor minder dan acht, negen, tien euro per kilo. Kersen plukken als luxe uitje.
Kersen vind ik, anders dan aardbeien, toch echt vruchten van juli en augustus. In Zuid-Spanje rijpen ze eerder, maar daar kennen ze prijzen helemaal: op de overdekte groente- en fruitmarkt aan de Ramblas in Barcelona vroegen ze er begin mei 2010 zonder blikken of blozen zeventien of achttien euro per kilo voor. Dergelijke prijzen hebben wij enkele jaren geleden ook moeten neertellen, of net iets minder, maar tien of elf euro was heel normaal. Tegenwoordig betaal je in de zomer voor eerste kwaliteit Nederlandse of Belgische Hedelfingers acht of tien euro.
De kersen die wij in de winter eten komen uit Chili en als wij daar veel van eten vergroten wij drastisch onze ecologische voetafdruk – maar kersen zijn, met zeer rijpe aardbeien en onvervangbare zomerappels, toevallig wel mijn lievelingsvruchten. Dat klemt temeer daar ik gevoelig ben voor jicht, en als je goed zoekt kun je op internet getuigenissen zien van mensen die met behulp van kersen effectief tegen hun jicht zijn opgetreden. Weliswaar slik ik al sinds jaar en dag een geneesmiddel genaamd allopurinol waardoor ik al een jaar of acht geen jicht meer heb gehad, maar dat doet natuurlijk niks af aan de noodzaak om zo veel kersen te eten als je maar op kunt. En de vrucht in het ziekenfondspakket te doen.
Wat die voetafdruk betreft: de kersen komen hierheen per vliegtuig en per schip. Niettemin zijn die kersen dus spotgoedkoop. Even een Van Gaaltje: zijn die boeren in Chili nou zo stom, of zijn de boeren in Gronsveld en de kersenstreek in Vlaanderen nou zo gehaaid? Als ik er eens tijd voor kan vrijmaken zal ik dat eens onderzoeken.
Intussen: wat te doen? Toch maar die kersen uit Gronsveld? Tja. In Europa wordt maar veertien procent van de Chileense kersenoogst verhandeld, de helft gaat naar Azië, en de rest naar Amerika.
Dus als we nou eens wat kalmer aan doen met sperziebonen uit Kenia, dan kunnen we met een gerust geweten bergen kersen eten.
Weet je wat? Hang meteen wat tweelingkersen aan je oren.
Verhip: bij die Chileense kersen zitten nauwelijks tweelingen! Daar moeten ze gauw iets aan doen.
_________