Heel erg benieuwd was ik naar het radicale midden, en daarom plofte ik gistermiddag op een willekeurige moment binnen in het CDA-congres in Maarssen. Vreest niet, ik deed het via Politiek 24. Het radicale midden, dat leek mij zoiets als: ‘Zeg, ga jij nou mee of niet?’ ‘Daar heb ik een glashelder, oerscherp, klip en klaar antwoord op: misschien!’
Het CDA had in de gaten gekregen dat modern toneel zich ook op de vreemdste plaatsen afspeelt (bijvoorbeeld onder water op Soestdijk) en dus hadden ze het parochiezaaltje verlaten en waren verkast naar een leegstaande fabriek die blijkbaar volgende week wordt afgebroken, slachtoffer van de door de VVD en de PVV (en dus ook het CDA) veroorzaakte economische malaise. Allemaal van die nucleaire geel met zwart gestreepte deuren.
Ik zag drie mannen die voor de gelegenheid uit de hemel waren neergedaald – ze hadden althans de huidskleur en de oogopslag van John Malkovich in de Nespressoreclame: Hans van den Broek, Ernst Hirsch Ballin en Aart-Jan de Geus. Ik wist niet eens dat ze dood waren, maar ik houd het nieuws ook niet echt goed bij, omdat ik, als puntje bij paaltje komt, toch vooral met mezelf bezig ben.
Het kabinet-Rutte heeft drie dansmarietjes, de dames Van Bijsterveldt, Schultz van Haegen en Schippers, maar het CDA heeft kirrende bakvissen. In het CDA kun je pas kirrende bakvis worden als je de veertig gepasseerd bent, begreep ik daar uit. Ruth Peetoom en Jacobine Geel waren het die, enorm blij met zichzelf, met van opwinding rode konen rondsprongen, van die moderne radiootjes om de nek en de draadloze! microfoon in de hand die ze bij iedereen onder de neus duwden en dan ineens weer heel snel naast of achter elkaar, de microfoon achter de rug, door holle duistere gangen naar een andere ruimte vol grijze hoofden renden en daar weer allerlei mensen die microfoon onder de neus duwden.
Achter hen aan rende een cameraman die weinig eer had van zijn werk: ergens hing kennelijk een kabeltje los waardoor zijn beeld, dat live werd uitgestraald naar een groot, bleek scherm, de hele tijd blokte. Hij gaf wel goed weer dat CDA-bakvissen een stevig postuur hebben.
Ik was gewend aan CDA-congressen waar je nee moest stemmen als je ja bedoelde, dus dit werd wel erg ingewikkeld. Ik kreeg behoefte aan een egaal zwart beeldscherm om naar te kijken.
Het NOS-Journaal dat ik later zag, had er ook weinig sjokola van weten te maken. Maar ze hadden wel een goed itempje dat ik niet had willen missen. Een typisch CDA-lid, ik schatte hem op Sint Oedenrode, zei desgevraagd dat het CDA iemand als Emile Roemer nodig had.
Ik had de goede man graag even uitgelegd dat ‘iemand als Emile Roemer’ daarom dus bij de SP zit en niet bij het CDA.
Heeft het congres ook iets concreets opgeleverd, vragen jullie je nu af. Ja, heel duidelijk: misschien.
_____