Journalisten die de activiteiten van de politie volgen en zich dus politieverslaggever noemen of zelfs misdaadverslaggever, die nemen vaak het prinsemarij-jargon over. Zo gaan ze geregeld ‘ter plaatse’. Dat zijn nog de dapperste, want de meeste bezoeken uitsluitend de persconferentie achteraf. Sommige korpsen volstaan met het doormailen van een persbericht, dat is nog veiliger. Dat doet geen afbreuk aan de heldenstatus van de verslaggever: hij was er bij en bleef koel. Cool, zelfs..
Sinds jaar en dag hoort een zekere onderkoeling tot de instrumenten waarmee politie en justitie en dus de journalistiek hun professionaliteit demonstreren. ‘Voor wij van ons stuk raken en huilend naar mammie rennen, moet er wel meer aan de hand zijn dan bijna anderhalf duizend arrestaties, ruim honderd bedreigingen van hulppersoneel, tientallen brandende auto’s, een paar afgerukte handen en massale overtreding van het verbod op illegaal vuurwerk.’
Ik stond in de Nieuwjaarsnacht buiten en realiseerde me dat ik sinds de herfst- en wintermaanden van 1944-1945 niet meer zo veel grondschuddende ontploffingen had gehoord als die nacht. Destijds verbleven we in het keldertje aan de Thijmstraat in Nijmegen terwijl de zware houwitsers op het Galgenveld – op vijfhonderd meter afstand – onophoudelijk, in ieder geval váák, hun granaten wegknalden in Noordelijke richting. En zo klonk het nu ook in Vredig Zuid-Limburg – je zal er maar wonen.
Ik kreeg het er een beetje benauwd van en omdat de prosecco in mijn glas toch op was, ging ik maar naar binnen waar het gedaver ook wel doordrong, maar dan minder. Ik probeerde me nog wel het hersenloos geboefte voor te stellen dat al de hele oudjaarsdag de artilleriebeschietingen had volgehouden – het lukte niet. Gewone dorpsgenoten zijn het waarschijnlijk. Maar hoe gewoon is iemand die zoiets een etmaal kan volhouden?
Intussen, in datzelfde Nijmegen: brand in het Goffertstadion. Dat is dus al, zie ik op maps.live, een slordige aanduiding. Terzijde: het Goffertstadion is trouwens het Goffertstadion niet meer, dat was ooit een prachtig in het groen weggewerkte ovale kuip met een wieler- en een sintelbaan. Tegenwoordig is het een rechthoekige isolatiecel voor voetbalgekken. De brand waar melding van wordt gemaakt heeft gewoed in het gebouw dat oorspronkelijk deel uitmaakte van het stadion, maar er nu buiten ligt. (op de foto: het gebouw links onder).
Niks aan de hand, dus eigenlijk. Maar in brandweer- en politiejargon is het leuker er iets dramatisch’ van te maken: de Nijmeegse prinsemarij redt het stadion waarin, buiten Nieuwjaar dus, het plaatselijk vandalisme wordt geconcentreerd, onder het mom van topvoetbal. Bij politie en brandweer zitten genoeg hersenlozen die zich tot in lengte van jaren op de borst zullen rammen omdat ze vandaag Anniesee gered hebben.
En die journalisten, die maken daar weer gehoorzaam een leuk stukkie van.
______