Kom op zeg. Ik wil ook altijd al een mooie sportwagen, bijvoorbeeld een Morgan, en zelfs op een mooie motor, desnoods een Harley Davidson, daar zie ik mezelf ook al mee door het dorp cruisen. Ik kan verrast blijven staan bij een mooie kopie op schaal van een beroemde automobiel of een vliegtuig, ik kan een hele tijd kijken naar een mooi ingerichte modelspoorbaan. Ik vind het fantastisch op een station te staan waar een vrachttrein of volle snelheid doorheen dendert, ik zou graag (een poosje) langs de startbaan van een druk vliegveld wonen, ik loop nog altijd naar buiten als ik een helikopter hoor aankomen.
En ik wil nog meer; bijvoorbeeld dat jonge meiden eindelijk eens in zien dat ik eigenlijk een toffe peer ben met wie het goed een prosecco drinken is. (Rumbonen, rozen en rode wijn, dat moet toch eigenlijk voldoende zijn, kweelde Kees van Kooten reeds.) En daarna weer gauw naar de echte jongensdingen. Bijvoorbeeld een heel varken braden.
Maar nee. Ik ben al ruim vijftig jaar volwassen, en dat heeft veranderingen met zich meegebracht. En verantwoordelijkheden.
Gelukkig heb ik nooit verlangd naar een clubhuis waar ik met andere oudere jongeren met haar op verrassende plaatsen, leren jekkies, tatoeages en zelf verzonnen onderscheidingen aan de bar kon hangen en praten over? Ja wat? Die mooie meiden natuurlijk, en die motor. En van lieverlede, dan kan ik me best voorstellen, komt het gesprek dan toch op iets pittiger jongensonderwerpen. En voor je het weet ben je lid van een motorbende die zich onledig houdt (en het motoronderhoud betaalt, veronderstel ik) met afpersen van kroegbazen en andere geplogenheden uit het maffiamilieu.
Helaas moet ik dus roet gooien in het eenvoudige doch voedzame eten waarmee al die vrije jongens zich staande houden in een vijandige wereld: je moet er geen ingewikkelde criminologisch verantwoorde politiemacht tegenover stellen, maar je moet ze bestrijden met hun eigen middelen, en dat zijn er twee: je begint een intensieve affichecampagne met spotjes op tv onder het motto Heb jij óók zo’n klein piemeltje?’ En een niet ingedaalde bal? Daarna is het de hoogste tijd een klein wetje door te voeren waardoor alle motorfietsen voortaan net zoveel lawaai maken als een elektrische auto.
Dan verdwijnen ook al die andere motoren van de weg die géén lid zijn van een motorbende, want een motor heb je voor de herrie (Henk van L. uitgezonderd, uiteraard.)
Wat in ieder geval niet helpt, dat is op zijn Opsteltens met sonore stem en ronkend taalgebruik hel en verdoemenis afroepen over het toffe stel zielenpoten.
Want dat was precies wat nog ontbrak aan hun al bijna perfecte wereld.
_______
Laatste reacties