Allemaal het Kerstdiner een Italiaans tintje gegeven? Of is die rage al helemaal voorbij en breekt de Amerikaanse trend door?
Kijk maar uit, Jonathan Safran Foer vertelt in zijn boek Eating Animals schrikwekkende verhalen over de ‘productie’ van onder andere kalkoenen in de VS.
En als het toch Italiaans is: ik kom er natuurlijk laat mee aankakken, maar met veel zuivere boeren-Italiaanse ingrediënten moet je oppassen. Met name met olijfolie uit Toscane en Ligurië, de plaatsen waar naar men zegt de beste en zuiverste olijfoliën vandaan komen, moet je uitkijken. En dan zie je nog niks.
Ik las gisteren een artikel in La Repubblica dat een belangrijk deel van de echte olijfolie uit die beide streken geheel bestaat uit of flink versneden is met olijfolie uit Tunesië, Spanje of Griekenland. De olijfoliemaffia profiteert van het feit dat het produceren van een kilo olijfolie in Toscane of Ligurië een euro of drie kost en in Tunesië tien cent. Dat land heeft de grootste productie van Afrika en staat hoog in de top tien van de wereld en de maffiosi sturen dus hun tankschepen naar Sousse of Sfax. De aldus aangeschafte olie wordt in Italië gebotteld in flessen voorzien van het etiket ‘Antico Frantoio’ of zoiets, ‘Olio di Oliva di Toscana DOP, extra extra vergine’ of nog aanzienlijk fraaier want ook dat papier is geduldig, en de flessen doen in de detailhandel tussen 7 en 15 euro per stuk.
Misschien zijn er een paar fijnproevers in de wereld die het verschil proeven, maar met name de eenvoudige Hollandse oliesnob kijkt naar de schoonheid of juist de eenvoud van het etiket en let op of er DOP op staat – Denominazione di Origine Protetta– ziet ook nog dat de prijs exorbitant is en dat moet dus helemaal snor zitten. Men beseft niet dat dat met dat protetta (beschermd) in de praktijk nog behoorlijk meevalt.
Een tijd geleden las ik een Italiaans boekje – ik heb het ergens staan en ik kan het natuurlijk niet terugvinden – dat gaat over een oplichter die fulltime bezig is met dit type praktijken, waarbij hij onder andere ook producten die ‘over de datum’ zijn voorziet van nieuwe data – papier is immers geduldig – en die weer in de handel brengt.
Het opmerkelijke van dat verhaal was, dat veel van die producten uit Nederland afkomstig waren. De domme winkelier brengt die spullen naar de Voedselbank, de echte slimmerik verkoopt ze voor een paar grijpstuivers aan iemand die goed is met de verfkwast of de datumstempel.
Dominee Gremdaat zou zeggen: ‘Ik wens u een smakelijk etensmaal. Doet u maar iets met spekjes, of zo.’ En geniet van de rit, vraag u vooral niet af of die spekjes ook van een varken kwamen.
______
Boek & Film