Kerstmarkten in Duitsland, dat moet toch andere Kuche zijn dan die in Nederland, die vaak gewoon móeten maar niet, zeg maar, geworteld blijken te zijn in de cultuur.
Die in Duitsland wel. We zijn in Düsseldorf en als je een beetje handig de geur van vet, spek, uien en gloeiwijn achterna wandelt kun je één lange Weihnachtsmarkt meemaken. De ANWB heeft met haar aanbieding van een tripje daarhenen een behoorlijke slag geslagen, want het is al Hollanders wat de klok slaat in het zakenmannenhotel waarin we onze intrek hebben genomen, handig bij het eindpunt van de lijn U77 van de Rheinbahn.
Ik mag me graag vooraf voorstellen dat de Duitse kerstmarkt de gelegenheid is waarop de boeren uit de wijde omgeving hun rustieke producten, hun kalkoenen en ganzen, hun eenden en lammetjes te koop aanbieden, ter verwerking in het kerstmaal. Een en ander gelardeerd met bergen hammen en worsten, ingelegde varkenspootjes, kopkaas, kubieke meters glühwein en begeleid door etherisch klokjesgetinkel en kindergezang van je helahola en Stillige Nacht, Heilige Nacht en de herdertjes lagen met zijn achten.
Nou, een paar flarden van een en ander waren er best wel en de worsten ook hoor, en zelfs reifkoeken en glühwein. Maar zelfs dat laatste product is multiculti geworden, want de uitbaters van de eerste glühweintent die je tegenkwam spraken gezellig Tsjechisch tegen elkaar.
We slenteren voort na de eerste versnaperingen, proberen de Eierpunsch mit Schlagsahne en stellen vast dat dit een industrie is die door één grote gewiekste Weihnachtsfirma wordt geëxploiteerd. Zo vind je op elke kerstmarkt de gesuikerde amandelen van de firma Gagliardi die daar wel trots op is en mag zijn, maar ons wel de – natuurlijk ook wel vergezochte – illusie ontneemt dat de boeren uit de wijde omgeving, etc, zie boven.
Toch: het is redelijk druk voor een druilerige woensdagmiddag vlak voor Kerstmis, de kerstmarkt is hier een vast onderdeel van de folklore geworden, stellen we vast, mede om de illusie van de tere kinderziel niet al te zeer de bodem in te slaan.
De illusie die trouwens behoorlijk op de proef wordt gesteld door een troep Hollandse middelbare scholieren die al flink schreeuwen, nog vóór ze zich voldoende te goed hebben gedaan aan Düsseldorfer Alt – straks is het nog matten en bekken snijden geblazen, en ‘Joden’ roepen tegen voorbijgangers.
Om een beetje warm te worden en ook een fatsoenlijk mensenaperitief te verschalken na de punch en de gloeiwijn, dalen we af in de kelder van het gebouw van Saturn aan de Königsallee, waar we ons diverse prosecco’s goed laten smaken en waar we de multicultisfeer een beetje kunnen voortzetten door een gesprek aan te knopen met twee naburige knappe jongemannen, die Afghanen blijken ze te zijn Ze zijn beter gekleed dat de meeste Duitse en Hollandse mannen, en spreken vlot Engels, Duits en Italiaans. ‘We zijn allemaal migranten,’ stellen we vast. Zij nemen daar op nog een koffie met gebak en wij nog zo’n bruisend hoog glas.
In tien minuten brengt de metro ons terug in het hotel.
Wat zullen we eens eten? (en drinken, maar dat dachten jullie al.) Ik heb wel zin in Sauerkraut mit Eisbein und Beilage.
_______