‘Das haben wir nicht verwoest,’ had de voormalige aartsbisschop van Utrecht, kardinaal Simonis misschien beter kunnen zeggen, dan had hij tenminste openlijk en voor iedereen duidelijk zitten te liegen, over de levens van de kinderen die in handen vielen van de Broeders van Liefde en de Zusters van Zeven Smarten – ja, seks kan voor een klein kind in diverse opzichten heel pijnlijk zijn.
Ik heb er al eerder over geschreven, en gisteren dacht ik: ik maak me ervanaf met een botte grap, maar toen zag ik De Waan van de Dag, dat uitstekende programma over journalistiek dat gepresenteerd wordt door Clairy Polak, die zo prachtig met een minzame glimlach mensen kan fileren. Daar zat uiteraard weer Joep Dohmen en ik herhaal het nog maar eens: hij was goud, dat zag ik meteen toen hij ergens in het begin van de jaren tachtig onder mijn hoede kwam als stagiair bij het Limburgs Dagblad. Toen al moet men voorvoeld hebben dat het talent van Joep geen goed nieuws kon zijn voor de poeproomsche kliek die eigenaar was geweest van de krant, voor die verkwanseld werd aan de Holding De Telegraaf, ook toen een bekend katholiek conservatief bolwerk.
In de persoon van Jos Drehmanns als zetbaas van de Holding hielden de Limburgse, vooral Roermondse roomschen een vinger in de pap – niet voor niets kenschetste de hoofdredacteur van het weekblad De Linie, Gerard van den Boomen, Drehmanns destijds een ‘het type van de Spaanse aartsbisschop’. Het was Drehmanns die Joep ontsloeg wegens bezuiniging, waardoor de weg vrij kwam voor diens carrière bij NRC Handelsblad, met daarin de rode lijn van de definitieve ontmaskering van de roomsche kerk als een criminele organisatie. Drehmanns kocht van het aldus overgehouden geld een prachtige zilvergrijze Citroën CX.
Joep, zag ik, kan al net zo minzaam glimlachen als Clairy en dat deed hij met name toen een van de andere deelnemers aan het gesprek, de ook al poeproomsche Gerard Klaasen, even niet goed nadacht en begon op te scheppen dat hij al lang vóór Joep Dohmen een seksueelmisbruikarchiefje had aangelegd. Het probleem was alleen dat hij er niks mee had gedaan – niet helemaal zijn eigen schuld, want zijn werkgeefster de KRO zou ook wel de wenkbrauwen hebben gefronst als hij er mee aan was gekomen. Waarbij we er even vanuit gaan dat Klaasen eenzelfde soort speurneuzentalent heeft als Dohmen.
Het incidentje gaf meteen een mij bekend voorkomend doorkijkje in de roomsche journalistiek in Nederland, die heel vaak heel veel leek op roomsche propaganda. Bisschop Van Luyn zagen we, ter illustratie, nu eens niet door RKK geïnterviewd maar door de VARA, als democraat in hart en nieren de hand voor de camera houden.
Hij liet zich uiteraard liever interviewen door Gerard Klaasen, die nog wel uitlegde dat er in de roomsche kerk sprake is van ‘enerzijds wereldheren en anderzijds paters’ en daar waren we weer dankbaar voor, dat we wisten dat Gerard misschien propagandist is, maar tevens ook wel héél deskundig. Jammer dat hij het niet over de lippen kon krijgen dat Simonis, Van Luyn, Bär en al hun maten wel degelijk van alles verwoest hebben. Klaasen kwam niet verder dan: ‘Het is schokkend dat dit in de kerk, mijn kerk, gebeurde.’
Ik bedoel maar.
_________