Je moet een echte chauvinist, een Heerlense chauvinist, een Winkbuul zijn, om een traan te laten als Winkelcentrum Het Loon dezer dagen, gecontroleerd of ongecontroleerd, met een zachte plof wegzakt in de ondergrond en door Moeder Natuur genadiglijk wordt vervangen door een flinke plas water die, na herinrichtende werkzaamheden, kan dienen als de plek waar men zich alcoholisch en relationeel kan recreëren, een plek die Heerlen zo node ontbeert. Met bootjes en zo. En met terrasjes in de zon, bijvoorbeeld.
Op de regionale televisie zie ik beelden van dat winkelcentrum, vaak bij nacht, waarop Wunsch-Heerlenaar (maar Kerkradenaar in eeuwigheid) regioverslaggever Wiel Beijer verdwaasd staart naar de hekken die het winkelcentrum omgeven, gesecondeerd door echte Heerlenaar maar ook verbijsterd kijkende persfotograaf Arnaud Nilwik.
Bijna een halve eeuw staat het er, samen met de rest van het Heerlense stadscentrum, de futuristische skyline verbeeldend die degenen voor ogen stond die met een razende tsunami de pittoreske carréboerderijen en oude kronkelstraatjes van weleer hadden doen kaalslaan. Het resultaat was een fantasieloze reeks blokkendozen die op de dag dat ze betrokken werden al oogden of ze in hun grauwheid moe waren en der dagen zat. Een zielloze mensvijandige binnenstad waar vaak een razende wind de mensen naar binnen of juist naar buiten deed en doet vluchten.
Van mij mag – met één uitzondering, een juweel van een flatgebouw van achttien verdiepingen van zeer recente datum – alles mee de diepte in, de zelfmoordflats rond de schouwburg, de bunker van een schouwburg zelf, het hoofdkantoor van DSM. Dutch States Mines heette het bedrijf sinds de Staatsmijnen hun ondergrondse aanwezigheid hadden beëindigd maar wel contractueel verplicht bleven het hoofdkantoor in Heerlen te houden. ‘Die stapel badkuipen langs de autoweg’, noemde architectuurkenner Nic Tummers het ooit. De Stadsautoweg, ook bekend als Keulsebaan, mag ook onder de grond.
Het winkelcentrum is nooit iets geworden. Het kon of probeerde zich wellicht te meten met het Gelderlandplein in Amsterdam-West, maar dat is dan voor dat winkelcentrum weer een belediging. De duistere parkeergarage, uitsluitend berekend op DAFjes en Goggomobielen – want meer konden de naar de WAO verdwenen mijnwerkers zich toch niet veroorloven – neemt nu wraak voor zijn beruchte naam. Jawel, er was een grote Albert Heijn waar ik lange tijd mijn boodschappen deed wegens de aanwezige parkeerruimte op het bovendek. Er was sinds een tijdje een Jumbo in een benauwd hok aan de achterkant. Er was zelfs een grote Hema en een Perry Sport.
Maar er is vooral een C&A en andere zieltogers zoals enkele elkaar opvolgende witgoed- en meubelzaken. Met als dieptepunt een Action en een gristelijke boekenwinkel die zelfs door Jezus niet gered kon worden. In de kelder is een ‘versmarkt’ geprobeerd waar ik uiteindelijk niet meer kwam nadat de visboer me rotte vis had aangesmeerd. Herhaalde renovaties konden Het Loon niet redden van de concurrentie door het moderne winkelcentrum dat intussen in het stadscentrum verscheen – op de plaats waar ooit De Boerderij stond en een schitterend bankgebouw in de stijl van De Stijl. En vergeten we even de ruïnes van de toekomst niet, nu nog de trotse Woonboulevard.
Het is dat ik burgemeester Paul Depla – iemand zei deze week: ik wist niet dat de fietsenkelderneukerd intussen bij jullie terecht was gekomen – niet vertrouw, omdat hij er uitziet als een raar sjappie – anders zou ik nu al een welgemeende condoléance laten horen, gevolgd door een bemoedigend ‘maar het leven gaat door’.
_________