Geert Wilders juicht het Griekse referendum toe en Nederland moet snel volgen, twitterde zijn twitteraar gisteren. Beter bewijs dat het referendum een antidemocratisch middel is kun je nauwelijks meer vinden. Als een autoritair geleide partij als de PVV het ‘gezonde volksontvinden’ ruim baan wil geven, dan moeten de andere voorstanders van het referendum in de Nederlandse politiek, de SP, D66 en GroenLinks, zich nog maar eens flink in de spaarzame haren krabben.
Dus nog maar eens da capo: het volk is in het algemeen slechts democratisch gezind als er iets concreets mee te verdienen valt, dus als je het volk de vraag voorlegt: moeten het Ministerie van Financiën en met name de Belastingdienst worden opgeheven’, dan zegt minimaal 51 procent ‘ja’, en ik ben bang zelfs nog wel meer. Net als: ‘Willen we voortaan elke dag mooi weer?’ ‘Moeten wijn en bier voortaan gratis worden verstrekt door het ziekenfonds?’ en ‘Is 100 euro het maximum voor een reis van zes weken door Australië met een luxe camper?’ zijn vragen die óók met een volmondig ja beantwoord zullen worden. Sommigen zullen zich wellicht zelfs niet kunnen bedwingen en hun stembiljet ongeldig maken door erbij te schrijven ‘graag vandaag nog’.
Andere vragen zijn al gauw te ingewikkeld, zoals we zagen bij het referendum om het Europese Verdrag. De kiezer had geen flauw vermoeden waar dat over ging, of toch wel: het ging over iets dat over de grens lag, Brussel of zoiets. Kan niet kloppen. ‘Nee’.
Als al eerder gezegd: ik snap absoluut en totaal geen reet van wat er nu eigenlijk aan de hand is met de poen. En ik heb er dus dit beeld bij: We hangen met langzaam afscheurende nagels aan de rand van de afgrond en Giorgos Papandreou, sympathiek ogende bal met een snorretje (de vader van Assad, die zijn zoon het goede voorbeeld gaf als de slachter van Damascus, zag er ook zo uit) en die tikt met een klein antiek bronzen Grieks hamertje op onze vingers en daar gaan we, de afgrond in. Beter de eer aan onszelf houden en nu al loslaten, er zit niks anders op. We hebben elkaar toch nog?
En daarmee tonen wij weer eens dat de klassieken het al wisten. Kijk maar eens hier, een citaat uit de Aenaeus van Vergilius (van wie ik uiteraard nog nooit een woord heb gelezen, maar ik zat op een middelbare school waaraan ook een klassiek gymnasium verbonden was en dat schept verplichtingen.) Vergilius dus: Timeo Danaos, et dona ferentes, en jullie kunnen ervan op aan dat dat echt betekent: Ik vrees de Grieken, ook al komen ze met geschenken. Bijvoorbeeld een referendum, ergens in februari.
Dat is trouwens dezelfde Vergilius die door de Italiaanse anti-europartij Lega Nord deze week werd uitgemaakt voor vuile verrader, omdat hij uit het Noorden van het land, waar hij geboren was, naar Calabrië trok, waar Rob van Kan woont. Hij, nee, Vergilius, overleed in het negentiende jaar vóór onze jaartelling, maar dat is uiteraard een detail.
Wat ik bedoel is dat er duidelijk een historische rode draad loopt van Athene naar Rome en sinds gisteren weten we zeker wat ons dus te wachten staat.
Koffie, nog, iemand? Anders een prosekkootje?
Gisteren was ook de dag van de originele oplossingen. Mark Rutte zei tegen de Tweede Kamer dat hij helemaal de instemming van het parlement niet wilde voor de europlannen, welnee joh, doe geen moeite, ik kom er wel uit.
En het andere plan kwam uit mijzelf.
Vraag eens aan Mauro Manuel of hij het verlossende woord niet zou willen spreken, nu eens helemaal zelf bedacht?
________