Op de vraag ‘Waar doe jij de boodschappen?’ zijn diverse antwoorden mogelijk. Ik schat dat de helft van de regelmatige lezers van deze regelen in een tweetal hoofdcategorieën vallen. Een categorie zegt: ‘Huh? Boodschappen?’, de rest: ‘Ik doe geen boodschappen.’ Dan is er een flink contingent dat zegt: ‘Ik verdeel mijn boodschappen over een paar goede weekmarkten, een geitenboerderij hier een eindje vandaan en de rest bij een biologisch-vegetarisch winkeltje in een achterafstraatje hier. En een Turk.’ De overige lezers zijn fanatieke bezoekers en dus aanhangers van Albert Heijn.
Ikzelf moet antwoorden dat ik vlees, koffie en wijn per internet bestel, vis en groente op de zaterdagse markt in Eygelshoven betrek, diverse andere producten bij de Sligro, de Hanos en de Makro. Even heb ik overwogen over te stappen op de Jumbo, een enkele huisgenoot koopt zijn chips liever bij de Plus, ik wil nog wel eens verdwalen bij Albert Heijn (want daar struikel je over: deze week nog in het station van Maastricht). Ook haal ik het nodige bij de Aldi en de Lidl, zowel in Nederland als in Duitsland en ook bij de Rewe en de Real aldaar heffen ze het volkslied aan als ze me zien komen.
Maar sinds zeker twintig jaar doe ik eigenlijk de boodschappen bij C1000. En als je me nou vraagt waarom, moet ik het antwoord schuldig blijven. De C1000 in mijn dorp, die het moet opnemen tegen een klein AH’tje, een gloednieuwe Jumbo, twee Plussen en twee Aldi’s, voert een assortiment dat eigenlijk niet lijkt op wat ik ideaal vind. Ik kan wel gaan opsommen, maar het komt er op neer: het assortiment is (of lijkt) toegesneden op mensen die moeten zien rond te komen van een inkomen tussen minimum en modaal. Met een bijpassende smaak. Misschien er is er geen enkele supermarkt die helemaal aan mijn smaak tegemoet komt. Dat zal bij de andere ook wel het geval zijn, maar bij mijn C1000 valt het mij sterk op.
Zoals alles bij mijn C1000 mij sterk opvalt. De geringste verschuiving in de opstelling, het opnemen in de ‘collectie’ en successievelijk weer verdwijnen van producten, ik houd het ongeveer tot op het uur bij. Oesters zijn er alleen in de tweede helft van december, bijvoorbeeld, de rest van het jaar is er gehakt. Voor de bbq zijn er altijd pakketten worstjes, hamburgers en karbonaadjes. Er is vrijwel nooit ossenworst. Maar als die er is, dan weet ik hem te vinden.
Mijn C1000 is oranje. Dezelfde uitbater heeft in Eygelshoven een rode C1000, die schijnt een voor mij iets beter uitkomend assortiment te voeren.
C1000, momenteel bijna ‘trending topic’ op Twitter, wordt nu opgekocht door Jumbo. Voor zowat een miljard. Waar halen ze dat geld vandaan? En wat gaat er nu gebeuren? Wordt mijn C1000 omgebouwd? Tot wat? Het zijn toch al zulke onzekere tijden.
Misschien tref je me op zekere dag ergens in een verloren hoekje, met al mijn bezittingen in een oud winkelwagentje.
Als het er maar een van C1000 is.
_______
Op de foto: Jumbo heeft voor deze bijzondere gelegenheid een nieuw product op de markt gebracht.
________