Kijk, dat is nu nog eens krachtdadig optreden: maandag aanstaande worden de Michelinsterren wederom uitgedeeld, en wat doet de ware kookschrijver? Die schrijft in zijn gezaghebbende magazine op de zaterdag daaraan voorgaande een ijzerenheinig stukje over een door hem bezocht sterrenrestaurant, waarin de uitdrukking ’prijskwaliteit: 5’ voorkomt en, volstrekt dodelijk, ‘de figuurzaagkeuken’.
Wij hebben het hier over het stukje van Mac van Dinther in het Volkskrant Magazine van heden en het slachtoffer is restaurant Wollerich in St. Oedenrode, dat op dat moment nog in het bezit was van één Michelinster. Zo aan het stukje te lezen moest Van Dinther na het diner nog even dringend langs bij de frituur in het naburige Maaskantje, ten einde op de terugweg naar Amsterdam niet van honger te sneven.
Hij suggereert niet dat Wollerich wel eens zo’n tent zou kunnen zijn die aan die ster is gekomen door de ten kantore van de Rode Gids heersende sfeer van omkoping en vriendjespolitiek, maar hij komt er verdomd dicht in de buurt.
In de jaren zestig maakte ik kennis met de Japanse keuken en zat ik dagen in stille verrukking met het desbtreffende Time-Lifeboek op schoot te bladeren – het boek gebruik ik nog altijd wanneer ik ‘iets Japans’ wil maken. Helaas kwamen de plaatjes ook onder ogen van Europese koks die er een geheel eigen draai aan gaven en terwijl de Japanse koks gewoon hun eeuwenlange traditie voortzetten van enigszins monomaan uitstallen van hun etenswaren, gingen de Europese eters gedwee mee met hun chef-koks, en eindigden enerzijds bij het laboratoriumkoken ‘met een mousse van herfstig eikenblad met een toefje sperma van de kok’, en anderzijds in de bovengenoemde figuurzaagkeuken.
De gast zit er bedremmeld bij, denkt dat het voortaan zo moet en gaat, onderweg naar huis, nog even bij de Gamma langs voor een figuurzaagsetje, en bij de automaat voor een gehaktstaaf.
Op één punt was de minimumkeuken natuurlijk een schot in de roos: een beetje Europeaan komt niet om te eten maar om te drinken; aan tafel worden sterke verhalen opgehangen over de enorme borden warm eten die in Amerika in de meeste restaurants ongevraagd worden opgediend, en hoe dik die Amerikanen daarvan worden. Wij in Europa geven er de voorkeur aan dik te worden van de alcohol, maar hebben in toenemende mate heimwee naar de bakken kots die door moeders vroeger op tafel werden gezet ten overstaan van de juichende kinderschaar.
Kortom: de toekomst ligt bij het restaurant waar je inderdaad hutspot met een kuiltje jus krijgt, en als tafelversiering staat er iets van Wollerich.
Met spekjes, of zo.
______