Nou, mevrouw Van Bijsterveldt, ik krijg het bijna mijn bek niet uit, natuurlijk, maar u hebt daar wel een punt. Een puntje. Het begin van een puntje, want ik houd er nog altijd rekening mee dat achter wat u daar allemaal te berde brengt, als dansmarietje van het afbraakkabinet, aangaande de relatie-ouder-kind-school, een of andere animal cop- of anderszins als bezuiniging bedoelde gedachte zit, maar toch.
De minister van Onderwijs en Wetenschappen praat nu eens niet als haar voorgangster over de voordelen van het doceren van het creationisme en zelfs niet van een intelligente ontwerper, maar voor meer verantwoordelijkheid van de ouders voor de gang van zaken op school. Een kwestie waaraan sinds jaar en dag het nodige ontbreekt.
Want waar je vooral van hoort is van leerkrachten die door pappie en/of mammie met behulp van een honkbalknuppel begrip bijgebracht wordt aangaande de noden van het kind. Over ouders die vinden dat de school een handige bergplaats is voor het kroost terwijl ze zelf bezig zijn met hun echte leven. Waarna het kind met klachten over de leerkracht thuiskomt en dan het schuldgevoel in alle heftigheid toeslaat en in een enkel geval de honkbalknuppel in beeld komt.
Ja, ik weet het, dat zijn ouderwetse opmerkingen. Ook wat Van Bijsterveldt zegt: ‘Het helpt enorm als ouders thuis op jonge leeftijd lezen met hun kinderen, doorpraten over belevenissen, verhalen vertellen en discussiëren over maatschappelijke thema’s.’ (Dat is een rare zin waar de kleine Marja een 4 voor zou moeten krijgen. Maar dit terzijde.)
Dat gezellig samen discussiëren over maatschappelijke thema’s is uiteraard heel nuttig, maar alleen weggelegd voor gezinnen waarin de ouders een meer dan gemiddelde opleiding hebben en vooral: rustig de tijd. In heel veel gezinnen moeten de ouders de hele dag hard werken en willen dus bij thuiskomst geen discussies over maatschappelijke thema’s maar een borrel en Dr. Phil, terwijl de kinderen op hun kamer zitten te feesboeken.
Diezelfde kinderen zijn tegenwoordig heel erg bewust gewenst, de ouders vatten de opvoedingstaak enorm serieus op. Dat houdt in dat het kind beschermd moet worden tegen elke vorm van teleurstelling, de pietluttigste aandoening wordt ervaren als rampzalig. De kinderen worden op de geringste wenken onverwijld bediend.
Intussen zijn de leerkrachten de onderwijzers van vroeger niet meer; net als de ouders zijn ze vrienden en kennissen van de kinderen in plaats van directief ingestelde opvoeders.
Van Bijsterveldt wil een mentaliteitsverandering, en dat vergt de klok een jaar of vijftig, zestig terug zetten – waar in principe geen bezwaar tegen is – met het daarbij behorende wegnemen van alle de opvoeding storende elementen, zoals het permanente bombardement van de commerciële verleiding waar kinderen aan blootgesteld worden en waar ze geen weerstand aan kunnen bieden, mede omdat ouders en leerkrachten dat ook niet (willen) doen.
Geen mentaliteitsverandering, Marja, maar een geheel nieuwe opvoeding is nodig.
Ouders moesten vroeger en nu ook samen één front vormen tegenover de kinderen zodat ze niet tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden. En dat moet ook gebeuren met de leerkrachten die samen met de ouders één front moeten vormen tegenover de kinderen. Lees Bint van Bordewijk er nog eens op na.
En geef alle betrokkenen te verstaan dat het enige waar kinderen echt iets van leren niet discussie is, maar voorbeeld.
O ja, en dan nog iets: de goeden niet te na gesproken.
_______
Laatste reacties