Zelfs een strak georganiseerde demonstratieve sit-in, camp-in, you name it, met beproefde en door iedereen onderschreven ideologische motieven heeft nog nooit iets blijvends opgeleverd, zeker niet op de wat langere termijn. Meest recent: de zogenaamde Arabische Lente in Egypte. Hoe lyrisch waren wij (en vermoedelijk zij) niet over dat het nu allemaal anders werd en vooral voor elkaar zou komen. Intussen steekt het fundamentalistisch islamisme de lelijke kop op en is het belangrijkste resultaat van het hele gedoe dat het leger meer dan ooit de baas is in het land.
En dan heb je hier nu de Occupy-beweging. Het belangrijkste dat je er van kunt zeggen is dat het wel lang geduurd heeft voor ze wakker werden en merkten wat er aan de hand is.
Buiten wat warrige oude mannen en vrouwen zijn de occupy-ers mensen van veertig jaar en jonger, opgegroeid in een wereld waarin je meteen na je middelbare school een dikbetaalde managementbaan kreeg, een wereld die vooral leek op een groot pretpark – een wereld vol pretparken, games en gadgets, een wereld vol muziek en zang en dans en dure laarzen. Een wereld waarin een rondreis van een jaar in Australië nog de normaalste besteding van je vrije tijd was.
Niemand bij die generatie kwam op het idee er eens bij stil te staan hoe dat allemaal kwam. De meeste weten niet eens dat hun situatie nog nooit in de wereldgeschiedenis is voorgekomen, en al helemaal niet dat het nu afgelopen is en dat Luilekkerland niet snel terug zal keren. Velen van hen zegden de politiek en de vakbeweging vaarwel en kochten aandelen, dat was namelijk een methode om letterlijk slapend rijk te worden.
Dat daarvan vooral werd geprofiteerd door een roversbende, dat konden zij niet weten. Diezelfde bende werd niet in de gevangenis gegooid maar, integendeel, algemeen de hemel in geprezen. Zij hadden eindelijk het tafeltje-dek-je gerealiseerd en, leuker nog, ook ezeltje-strek-je, en aangezien ze er ons gul van lieten meeprofiteren (als we het geld maar uitgaven aan hun peperdure nepproducten) hoefde absoluut de knuppel niet uit-de-zak.
Ineens horen ze van de kille wind die waait buiten het paradijs waarin ze waren opgegroeid – ze wisten niet eens dat er een uitgang was – en komen ze tot de ontdekking dat die geweldige kapitalisten die ze op handen droegen en op wie ze stemden – als ze al stemden, want eigenlijk was het niet nodig, alles was goed en bleef goed, immers – dat die kapitalisten eigenlijk rovers, flessentrekkers, oplichters, inbrekers, gauwdieven en piraten blijken te zijn.
In plaats van de banken en beurzen en grote bedrijven binnen te dringen, het gespuis bij de lurven te grijpen en in het openbaar te onthoofden of aan lantaarnpalen op te hangen, komen ze een beetje zeurderig bij elkaar, spelen onderwijl met hun telefoon en klagen ze – ze klagen eigenlijk niet eens ergens over, want wat is het doel? Hoe weet je wat je moet doen als je nog altijd in het paradijs bent, maar alleen het vermoeden begint te krijgen dat het wel eens kan veranderen in de baarlijke hel?
In ieder geval niet door ineens allemaal Engels te gaan praten. Occupy betekent ‘bezetten’. Begin daar eens mee.
_____