Dode dictators, ik lust er wel pap van. Ik sta daarin helemaal alleen, in mijn omgeving bestaan ze het om, op de middag dat weer eens zo’n krankzinnige machtswellusteling zijn verdiende loon in ontvangst heeft mogen nemen, rustig naar het geneuzel van Gerard Cox over zijn bootje op Omroep Max te gaan zitten kijken.
De eerste dode dictatoren tijdens mijn leven zag ik pas veel later, Hitler en Mussolini. Maar de pap smaakte er niet minder om. De beestachtigheid die zich meester maakt van het onderdrukte volk op het moment dat de man dood en verslagen in zijn eigen bloed ligt, kent nauwelijks grenzen. Hitler wist dat en dus zorgde hij dat hij er tussenuit was voor ze hem in zijn dode gezicht konden trappen.
Mussolini niet – op Piazzale Loreto in Milaan lag zijn lijk naast dat van zijn vriendin Clara Petacci en er is een filmpje waarop je ziet hoe een vrouw schrijlings over hem heen gaat staan, haar rokken heft en haar urine klaterend over des dictators gezicht laat lopen.
Daarna kregen we een periode waarin de dictator gewoon in bed doodging, maar daar weken, misschien wel maanden over deed. Dat lot trof Stalin, Mao, Brezjnjev – die konden pas dood als de partij het probleem van de opvolging opgelost had en daar wilde ook nog wel eens bloed bij vloeien; dat waren de meest tragische dictators, die al dood waren voor ze het zoet van de almacht hadden kunnen smaken.
Ceauşescu, die was geweldig, je zag het aan zijn gezicht toen hij op die middag vlak voor Kerstmis op het balkon van zijn monsterpaleis stond, om zich weer eens te laten toejuichen, maar ineens getrakteerd werd op boegeroep. Dit was het einde, wist hij, dat zag je. Een paar dagen later werd hij ergens op een roemloze plek met zijn vrouw tegen de muur gezet en overhoop geschoten, waarna de lijken nogal onceremonieel werden weggewerkt. Die angstige, hulpeloze gezichten van die mensen die nooit hadden gedacht ooit hetzelfde lot te moeten ondergaan dat ze al hun slachtoffers hadden toegebracht. Het roert diep in mijn ziel.
Saddam Hoessein, eerst dat gat in de grond, toen dat waanzinnige proces en de terechtstelling die je je in je stoutste dromen nog niet had kunnen voorstellen.
En dan gisteren de grootste schreeuwlelijk van allemaal, Muammar el Khadaffi, gelukkig niet keurig naar Den Haag opgestuurd, doe niet zo mal, nee, overhoop schieten, op straat gooien en in het gelaat trappen. Het is geen mooi gezicht, maar het heeft iets van fundamentele gerechtigheid, ik kan er ook niks aan doen.
Bovendien weet ik: de opvolgers staan overal klaar, nu is het feest in Libië, nog veel radicaler dan toen in Egypte Moebarak keurig netjes aftrad – dat wat gisteren in Sirte gebeurde is pas het echte, de Franse Revolutie gelijk, de uitbuiters, de monsters was eindelijk hun plaats gewezen: het schavot met de suizende bijl.
Maar nog even niet denken aan de absolute chaos waarin zo’n land uiteindelijk tot in lengte van jaren terecht komt.
Liever kijk ik uit naar de dag waarop het lijk van de slachter Assad door de straten van Damascus gesleept wordt.
En dan prikken we een datum voor Hugo Chávez. Zou het eigenlijk ook niet iets voor Berlusconi zijn?
_________
Laatste reacties