Eerlijk is eerlijk: ik was behoorlijk ontroerd door de ‘acceptatiespeech’ van Nasrdin Dchar, die grappige acteur met het vogelgezicht die niet weet dat een kalf onzijdig is. Die absolute opgefoktheid, die flitsende ogen, die ongecoördineerde sprongen, de nergens op slaande passages (mijn nichtje van zes dat morgen moet afzwemmen) maar vooral omdat hij riep, ik ben Nederlander, ik ben trots op mijn Marokkaans bloed, ik ben moslim, en dat zijn ouders (‘papa en mama’) met tranen in de ogen overeind kwamen – dat Youtubefilmpje is, ongezien, al beter dan de film waarvoor Nasrdin dat, pardon, die fokking Gouden Kalf kreeg.
Ja, ik weet het, het Nederlands Filmfestival, hoe zielig kun je zijn? Altijd maar weer Carice van Houten, zal ik maar zeggen. Het is, net als alle andere filmfestivals, één grote bonk onderlinge zelffelicitatie en dito masturbatie, als u me toestaat.
Maar ik was vooral geneigd dat filmpje nog eens te bekijken toen het gezeik begon. Want als er simpel enthousiasme en eenvoudige ontroering aan de orde is, dan begint in Nederland het gezeik.
Kon Nasrdin dat wel doen? Was het er niet juist een uiting van dat de jongeman zich terugtrok op zijn exclusieve Marokkaan zijn? Ik las tweets van die strekking, ik las ergens ‘ik wil de term die fokking Gouden Kalf niet meer horen’, terwijl het gebruik van het woord fokking, door ‘mama’ met een brede glimlach aanhoord, er juist op wijst dat Nasrdin echt helemaal een Nederlander is; als hij nog een paar minuten tijd had gekregen had hij ongetwijfeld ook nog ‘godverdomme’, ‘kut’ en ‘klootzak’ geroepen.
In DWDD doken natuurlijk de bekende knuffelmarokkanen op, Esmaa Alariachi had een dusdanig intrigerende hoofddoek (met flapjes) op dat ik niet meekreeg wat ze zei en van Abdelkader Benali hoorden we ook de plichtmatige teksten. In de Volkskrant stond een geleerd stuk van de hand van Ferdows Kazemi, die uit de min of meer toevallige kreten van Nasrdin destilleerde dat hij zich baseerde op de drie geloofspunten van het christendom, een knap staaltje dat je dat er uit haalt tussen het schreeuwen van ‘die fokking gouden kalf’ en het kussen van de presentatrice door. Soms denk ik: had ik maar filosofie gestudeerd. Dan had ik kunnen melden dat het Gouden Kalf een uiting was van die heidense Joden. En dat dat misschien ook bij Nasrdin door het hoofd speelde.
Maar één ding hebben we gewonnen. Onder de foto die op de website van de Volkskrant stond bij het artikel van Kazemi dat Nasrdin ‘de Gouden Kalf’ heeft gewonnen. Op die suffe prijsuitreiking zagen we dus eigenlijk het Nederlands in the making.
________