En dan hadden we nog het gevalletje van een oud mannetje dat twee dagen dood op de plee heeft gezeten in het Atrium ziekenhuis in Heerlen. Voor het oude mannetje in kwestie is er natuurlijk niks meer aan de hand, nooit meer aan de hand. We mogen aannemen dat hij een hartstilstand heeft gekregen en dat schijnt min of meer pijnloos te verlopen. Ik heb het nog nooit meegemaakt dus ik kan er niet over meepraten. Het is een beetje onwaardig natuurlijk, om twee dagen met de broek op de schoenen op de plee te zitten (ik laat mijn smerige fantasie even de vrije loop) maar nogmaals: die onwaardigheid was er vooral voor degenen die meneer beroepshalve hebben ontdekt; we mogen aannemen dat hun professionaliteit bij hen, na de eerste schrik, de overhand heeft gekregen.
Per dag komen er duizenden mensen in dat ziekenhuis. Die in de bedden liggen houden zich voornamelijk koest, al is er een stroompje patiënten dat zich in de meest artistieke outfits – nachthemden, ochtend- en badjassen, slippers, pantoffels etcetera, tevens voorzien van incontinentiezakken en infusen op wieltjes – naar buiten begeeft en vlak voor de draaideur een saffie opsteekt. Het kille gebouw krijgt daar iets menselijks door, al stinkt het een beetje. Binnen stinkt het trouwens erger.
Binnen hebben ze dus ook die toiletten. Onderweg naar de poliklinieken die op allerlei plaatsen in het ziekenhuis verstopt zijn, kom je om de dertig of veertig meter een blokje toiletten tegen, en dat is maar goed ook, want de angst voor wat zich tijdens het bezoek aan de specialist kan en zal afspelen, werkt menigeen op de blaas, om van uitingen van andere lichaamsopeningen maar te zwijgen. Van die toiletten is een deel ingericht als invalidentoilet. De normale zijn geen buitengewoon ruime toiletten en vooral de toiletten bij urologie, waar je nog wel eens gevraagd wordt een flesje te vullen met je urine, zouden de voorzieningen iets handiger kunnen zijn.
Hoe dan ook: één ding hebben alle toiletten in dat Heerlense ziekenhuis met elkaar gemeen: ze ruiken naar ouwe pis. Uit de berichtgeving over de dode oude heer blijkt, dat de toiletten één maal per dag worden gereinigd. Ter vergelijking: op de achterlijkste campings in Griekenland op Spanje krijgen de pleeën minimaal tweemaal per dag een goede beurt. Maar die hoeven dan ook niet te bezuinigen.
In de meeste bejaardentehuizen is op de toiletten een voorziening aangebracht die het mogelijk maakt alarm te slaan vanuit het kleinste kamertje. Ook in de patiëntenkamers van dit ziekenhuis is, meen ik, een dergelijke voorziening op de toiletten aangebracht. Of een alarmbel op zijn toilet de oude man uit dit verhaal ten goede zou zijn gekomen, dat staat nog te bezien.
Maar de toiletten op de begane grond en in het souterrain van dit ziekenhuis hebben een dergelijke voorziening niet. De redenering is vermoedelijk ooit geweest dat alleen mensen die zieken gaan bezoeken of lui die het ziekenhuis aanzien voor een plaats voor het onbekommerd scheppen van een luchtje van deze toiletten gebruik zullen maken.
Nou ja, met het scheppen van dat luchtje zit het dus wel goed.
En verder is er niks aan de hand, behalve dan dat je als PR-mens van zo’n instelling graag met iets voordeliger onderwerpen aan de weg timmert. Een remedie tegen onwillekeurig urineverlies, bijvoorbeeld.
Dat geldt trouwens ook voor de voorlichters van de NS, die inmiddels vermoedelijk geen plaszak meer kunnen zien. (Of ruiken.)
________