Het is de dag van de Italiaanse correspondenten. Andrea Vreede vertelde gisteravond in Amsterdam in het bijzijn van de Italiaanse ambassadeur dat de Etruskische koningen – we hebben het dan over minstens 2700 jaar geleden, give or take a few – ook wel pap lustten van bunga bunga feestjes, en trouwens, welke machthebber heeft dat niet? Vanmorgen nog las ik in een boek over een braaf instituut voor de opleiding van priesters in Limburg, een van de jongens die daar ooit studeerde mocht al op zevenjarige leeftijd meemaken dat hij betast werd door de kapelaan die zich daarbij afrukte. En ik ben pas op pagina 20. Het is niet het bunga bunga van Berlusconi natuurlijk, iedereen zijn niveau, tenslotte. De Italiaanse ambassadeur dacht natuurlijk meteen dat Vreede het gedrag van zijn baas Berlusconi bedoelde en vertrok protesterend. Volgende keer mag hij mee naar een bunga bunga.
Vanmorgen bleek dat ook correspondent Bas Mesters op de hoogte is van een ander Italiaans feit, namelijk dat het veel te druk is in Venetië. Ik wist het al lang, ik heb het al in 1955 aan den lijve ondervonden, en sindsdien is het alleen maar erger geworden: Djamila wil er nu ook niet meer heen, omdat het er, inderdaad, veel te druk is. Met name wanneer je van de ene toeristische attractie naar de andere wilt, heb je het gevoel in de aap gelogeerd te zijn in plaats van in de mooiste stad van de wereld.
In alle jaargetijden puilen de vaporetto’s uit, word je bijna onder de voet gelopen. De route van Piazzale Roma naar Piazza San Marco is elke dag overvol – en gelukkig maar, want daardoor is het nog relatief rustig in grote delen van de rest van de stad. Op het Piazza San Marco is wat ruimte gecreëerd door het uitroeien van de duiven, maar het blijft over de koppen lopen. Dan maar naar de afgelegen eilanden in de lagune. Burano! Daar gaat dus elk half uur een afgeladen boot naartoe, het piepkleine kleurige eilandje is een deinende mensenmassa, hoewel zelfs daar betrekkelijk rustige plekjes te vinden zijn.
In de stad wordt veel gerestaureerd, maar omdat er van overheidswege steeds minder geld voor is, neemt de stad haar toevlucht tot Dolce & Gabbana, Gucci, Moët et Chandon en andere grootkapitalisten. De prijs die de stad betaalt, is verschrikkelijk: zelfs de Brug der Zuchten is tijdelijk verpakt in reclame voor Bulgari, een firma die doet in sieraden, speciaal ontworpen voor de Russische maffia. Ik zou het voor lief willen nemen, voorlopig nog, maar Djamila’s weigering heeft wel tot gevolg dat ik er dit jaar nog niet ben geweest.
Wil je nog even van de unieke rust van de lagune genieten dan kun je nog naar Malamocco, Pellestrina, San Erasmo of Torcello (hoewel dat inmiddels ook ontdekt is.) Allemaal veel bescheidener dan de stad zelf, maar komaan, je moet wat over hebben voor je rust.
Ik heb al eens ergens gelezen dat toeristen misschien een toegangsprijs gevraagd zou moeten worden voor de stad. Want het is nu al te druk, als de Chinezen, Indiërs en Brazilianen ook nog met honderdduizenden naar Venetië komen, is het echt afgelopen met de stad, dan kapseist ze een keer.
Maar de Venetiaanse middenstand, niet de meest sympathieke mensensoort in die stad (en waar wel) is daar fel op tegen – die rekenen: als er nog eens honderdduizend meer per week of misschien per dag komen, hoeveel carnavalsmaskers, T-shirts, miniatuur Rialtobruggetjes, pizza’s, prosecco’s en waaiers en andere goedbedoelde rotzooi verkopen we dan wel niet? Nou dan.
En die correspondenten, die moeten gewoon flink doorwerken en zich nergens iets van aantrekken.
______