Al vaker heb ik mompelend profeterend geschreven over wat ik zie als de gevolgen van de economische en sociale crisis. De sociale crisis hangt natuurlijk deels samen met de economische, maar is veel onheilspellender. Dat het mogelijk is dat de mensen alle andere medemensen gaan zien als hinderpalen op hun route naar het volmaakte geluk of zelfs naar de supermarkt of de Ikea. Dat ze nog slechts oog hebben voor datgene dat ze zelf willen hebben en zijn: kinderen hebben en rijk zijn, bijvoorbeeld.
Sinds de groei van de mensheid in steeds sneller tempo het leven op aarde voor iedereen onmogelijk maakt is één punt, het recht op het hebben van eigen kinderen iets heel anders. Dat we enorm in staat zijn ten volle van het leven te genieten mede door een omvangrijk inkomen en goedkope hebbedingen dat is iets heel anders dan de aanslag die de westerse rijkdom op de hulpbronnen van de wereld doet.
Op alle genoemde gebieden vooruitgang boeken, dat kunnen we als de besten, dat hebben wij in West-Europa en helemaal in de Verenigde Staten en Canada de laatste vijfenzestig jaar of daaromtrent wel bewezen. In die korte periode ter lengte van een mensenleven hebben we ons ontworsteld aan de schaarsheid en de onzekerheid over de dag van morgen die had bestaan sinds de eerste mensen uit de bomen klommen. In vijfenzestig jaar zijn de mensen in onze contreien zo rijk geworden dat alle rijkaards van de geschiedenis erbij in de schaduw staan, zij konden zich minder veroorloven en hadden nul mogelijkheden vergeleken bij een werknemer met een modaal inkomen in het huidige Westen.
Wat nu voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid gaat gebeuren, is dat we achteruit moeten. Misschien moeten we zelfs terug naar de toestand zoals die was in 1939 – de mensen van toen waren voor het overgrote deel relatief tevreden, maar terugkeer naar de situatie van toen is voor ons een onvoorstelbaar horrorscenario. Georganiseerd het toerental verlagen en het leven op een laag, maar ook heel mooi pitje voortzetten is onmogelijk.
Het gaat uitdraaien op een free for all, het is al bezig, de economische crisis brengt ons in een duistere bioscoop waarin een horrorfilm draait en bovendien een brand is uitgebroken en er is maar één uitgang, die bovendien op slot is. De met de welvaart samenhangende minachting voor leven en goed van de naaste completeert het beeld van een armageddon waarvan we ons nog niets willen of kunnen voorstellen. In plaats van dat we zeggen: ja, goed, niemand gaat meer verder dan tien kilometer van huis voor vakantie, niemand heeft nog een auto nodig, het vliegverkeer wordt afgeschaft, er is elke dag brood met kaas en voldoende water, stroom voor één lampje, en dekens en truien voor de warmte, in plaats daarvan gaan we elkaars laptops en mobiele telefoons stelen omdat we het leven willen voortzetten zoals we het goed vonden.
(Soms voel ik me net Joop Den Uyl, in Frankrijk destijds bekend als Jop de l’Huile, tijdens de oliecrisis van 1973. Somber keek hij ons aan vanaf het tv-scherm. Het zou nooit meer hetzelfde worden en als eerste gingen de auto’s op zondag van de weg, waardoor een run ontstond op vergunningen om toch ‘gewoon’ te blijven rijden. Destijds duurde de crisis een jaar of zes, acht, ligt er maar aan wat je meetelt. Daarna begon de grootste boom aller tijden, met alle algemene rijkdom, decadentie en hedonisme van dien, die feitelijk nog altijd aanhoudt.)
Het worden interessante tijden.
_____