De hele week kom ik om vijf uur uit bed om de nrc.next uit de bus te halen, maar op zaterdag is het feest: dan is er de Volkskrant met als hoogtepunt het Magazine.
Dat wás het hoogtepunt.
Kijk even mee: sinds het nieuwe seizoen begonnen is, hebben ze een opmaker die iets heeft heruitgevonden dat wij in het midden van de jaren zestig of begin zeventig van de vorige eeuw al eens uitgevonden hadden. Doordat de zetterij overging op fotografisch zetten, kon de opmaak van de krant voortaan op de redactie gedaan worden en het eerste dat we deden: foto’s ovaal uitknippen of over elkaar heen, geen enkele tekst meer op precies 13 cicero breed, bij voorkeur elk artikel in minstens zeven verschillende kolombreedtes, ook de vaste kolomlijnen legden het loodje en werden vervangen door hele stukken wit op de pagina –‘functioneel wit’ noemden we dat – koppen per pagina werden gezet uit iedere keer weer een ander uit de beschikbare schier eindeloze hoeveelheid van de meest exotische lettertypes. En dan de foto’s half onder de tekst, de koppen daar weer half onder of langs of tussendoor.
Want dat kon opeens, toen we het loodzetten van Gutenberg & Laurens Janszoon Coster verlaten hadden en je de pagina’s gewoon met een beetje was in elkaar kon plakken en naar de drukkerij brengen.
Je maakte, kortom, gebruik van de ineens oneindige mogelijkheden. Uiteraard was dat na een paar maanden weer helemaal over. Niet dat de lezers klaagden, lezers zien meestal niks, namelijk. Maar het begon ons gewoon te vervelen en toen gingen we tientallen jaren zodanig opmaken dat de krant precies leek op de krant uit het loodtijdperk. Met dien verstande dat aanvankelijk de witverdeling binnen de tekst door de computer aanzienlijk armoediger werd verzorgd dan door de goede oude zetter van vlees en bloed; het registeren was opeens een onbekend fenomeen; de woordafbrekingen vormden zelfs een geheel nieuwe vorm van amusement.
Hein van Putten is nu de artdirector van het Volkskrant Magazine en die heeft het lumineuze idee gehad dat onbeholpen gefröbel van veertig jaar geleden te verheffen tot iets dat van een opmaakredacteur blijkbaar een artdirector maakt. Een zootje ongeregeld, kortom.
Maar voor de rest is alles bij het oude. Op de cover een gestoorde actrice, binnenin een column van Sylvia Witteman die, op zoek naar een onderwerp, haar toevlucht neemt tot bladeren op het internet, Wim de Jong die voortmeiert over het vertrek van zijn vrouw, Mac van Dinther die alweer het perfecte restaurant heeft ontdekt, een vrouw die zich afvraagt of de derde vriendin van haar vader wel de oma van haar kinderen zou mogen zijn, iemand die verliefd is op zichzelf maar dat niet weet, een stokoud echtpaar waarvan zij iets artistieks doet in een eigenhandig en eigenzinnig verbouwd varkenshok met als vast item: ‘een huisje in Frankrijk’, een hok met onzegbaar gore studenten (verluchtigd met vreemd afgeknipte foto’s, uiteraard), mode, een autorubriek die vooral geen autorubriek mag zijn en een fietsketting met gekleurde schakeltjes. Nog iets? O ja, Hannah Bervoets die meedeelt wel eens naar de bioscoop te gaan.
Ook daar schijnt het tegenwoordig een rare zooi te zijn.
_______
Boek & Film (nieuw!)