De vesting Bourtange, in de uiterste Zuid-Oosthoek van Groningen, kun je het best bezoeken omstreeks zeven uur ’s morgens, althans in de zomer. Dan zijn er alleen wat straatvegers actief.
Bourtange is een radiaal opgebouwd dorpje te midden van een stervormige slotgracht. Een dorpje dat veel kenmerken heeft van wat het is: een als werkgelegenheidsproject tussen 1967 en 1992 gebouwde toeristische attractie. In de tweede helft van de zestiende eeuw was ter plaatse ook een vesting gebouwd die tot 1851 als zodanig ‘dienst’ deed. Daarna werd de vesting min of meer afgebroken en veranderde het gebied in een armzalig boerendorpje.
Ik zet het woord ‘dienst’ tussen aanhalingstekens omdat de vesting, net als veel van haar soortgenoten in Europa, nooit dienst heeft gedaan voor het doel waarvoor zij was gebouwd: als verdediging tegen een oprukkende vijand. Ik heb het op dit moment niet paraat wat betreft Bourtange, maar aan het einde van de achttiende eeuw trokken de Fransen eenvoudigweg om de vesting Maastricht heen.
Het is een heel leuk en fotogeniek dorpje hoor, Bourtange. Het marktpleintje wordt omringd door oude, meest holle linden, wellicht de oudste onderdelen van het dorp. De oranjerode bruggen doen eerder aan een Japanse vesting denken dan aan een Nederlandse. Er is een gereformeerde kerk en een joodse synagoge, rond het marktplein is de toeristische infrastructuur heftig aanwezig in de vorm van oerknusse terrassen en café’s, souvenir- en antiekwinkels. In een winkeltje met snuisterijen dat net als zijn soortgenoten in de rest van het land uitbundig naar geurkaarsen stinkt, is Groninger koek in diverse uitvoeringen verkrijgbaar, Winschoter pepermunt, Bourtanger keitjes en het enige authentieke product uit deze streek van aardappeltelers: borsthoning, wellicht beter bekend als jodenvet.
In de rest van het dorp zijn kleine en iets grotere huisjes en kleine kazernes voor de ‘soldaten’, die nu dienst doen als hotel. De VVV zit in een gebouwtje op het parkeerterrein buiten de vesting.
En er wonen gewoon mensen in Bourtange. Mensen die hun tuin hebben opgesierd met bloemen van een schier oorverdovende uitbundigheid, maar er zijn er ook die in hun tuin openlijk hun zootje ongeregeld bewaren.
In Bourtange staan enige huizen te koop, en dat is natuurlijk eigenlijk niet de bedoeling. Maar wonen in Bourtange is vermoedelijk niet eenvoudig. Overdag wordt het overstroomd door toeristen die ronddwalen en door alle ramen naar binnen loeren. Om de bewoners één aanleiding minder te geven om te vertrekken is kennelijk ooit besloten dat ze hun auto bij huis mogen houden. Er zijn ook wel goed gecamoufleerde garages gebouwd, maar dat neemt niet weg dat er tientallen auto’s in het dorp staan. En wat erger is: rondrijden.
Een soort monument is het, bedoeld als toeristische attractie, hier wordt de geschiedenis levend gehouden. En de moderne mens herinnerd aan de harde werkelijkheid van vandaag, wat oplevert dat de toeristen als verschrikt wild opzij springen wanneer er weer eens een auto langs komt scheuren.
Nou ja, zelfs in een deel van Venetië rijden gewoon auto’s. Het is maar te hopen dat we niet ooit hoeven te zeggen: de Spanjaarden kregen Bourtange niet klein, daarvoor was het wachten op de auto…
________