In Levanto rukt omstreeks zes uur namiddag iedereen, toeristen en inboorlingen, uit voor het aperitief. Een stuk of twintig bars, allemaal met een terras buiten (desnoods aan de overkant van de straat) storten zich elke dag in de strijd om de gunst van de klant. Het strijdmiddel is het knabbeltje bij de borrel.
Sinds ik er vorig jaar (uiteraard zo ongeveer als laatste) kennis mee maakte, in Bellaria aan de Adriatische kust, weet ik wat tegenwoordig hét aperitief is: spritz, ook wel plechtig Aperolspritz genoemd, want het smaak- en kleurbepalende ingrediënt van spritz is Aperol, een oranje drankje dat je het arme broertje van Campari zou kunnen noemen. ‘Officieel’ bestaat spritz uit vier delen: Aperol, prosecco, droge witte wijn, mineraalwater met bubbels. Maar elke uitbater heeft een eigen recept; ik verdenk Vineria, aan de rand van het park hier in Levanto, ervan buiten een minimale hoeveelheid Aperol de rest van het glas op te vullen met mineraalwater en ijsblokjes, en zo smaakt het ook. Een beetje laf.
Was spritz vorig jaar nog een drankje dat je in een portglas geserveerd kreeg, nu is het een enorme wijnbel geworden, met veel ijs, een rietje en een halve schijf sinaasappel, die geleend is van de Campari.
Ook in Nederland krijg je bij het aperitief ‘iets te knabbelen’. Pinda’s, chips, olijven. In Italië, althans in Levanto, is dat idee volledig uit de hand gelopen. Vorig jaar kreeg je al puntjes pizza bij de Campari, en stukjes focaccia en chips. Nu heeft vrijwel iedereen een spritz voor de neus en een dienblad met wat intussen cichetti is gaan heten, naar de hapjes die je in Venetië krijgt bij wijnproeven in de osterie en de fiaschetterie. Focaccia belegd met rauwe of gekookte ham, salami of bresaola, voor de zekerheid ook nog een plakje brie erbij en het geheel even gewarmd; bakken kostelijke taggiasca olijven, sneetjes witbrood besmeerd met allerlei mengsels van olijf, tomaat, geroosterde courgette en aubergine en paprika.
Alles in de slag om de klant.
Ik zou een vergelijkend warenonderzoek kunnen doen, maar kom op, ik ben hier voor mijn rust, dus dat doen we een andere keer wel. Laten we het erop houden dat Café des Artistes langs het park en Winebar Le Clarisse op Piazza Cavour samen de kopgroep vormen, op de voet gevolgd door het voormalige restaurant Gambrinus in de Via Dante, mede wegens de in beslag gefrituurde groente die daar bij de spritz geserveerd wordt.
Ik zelf ben intussen weer gewoon terug bij de Bitter Campari met alleen ijs, maar dit terzijde.
De restaurants van het dorp zien de ontwikkeling intussen met lede ogen aan. Want wie een paar spritz op heeft met de bijgeleverde cichetti, die is aanzienlijk minder gedisponeerd om tegen een uur of acht, half negen aan te schuiven voor een antipasto, een primo bestaande uit een bordje pasta en een secondo in de vorm van vis of vlees, met contorni en al en dan nog een dolce en koffie met grappa of een andere likeur.
Gambrinus heeft de consequenties al getrokken en is overgelopen naar de vijand. Vorig jaar kon je er nog lekker en betaalbaar eten. Nu leeft de tent van het aperitiefpubliek.
Er is een lichtpunt: in Italië is de lunch eigenlijk de hoofdmaaltijd.
En wie voor de lunch zelfs uitgebreid aan de spritz gaat, wordt ook hier gezien als een zuiplap.
Ik vrees dat de cafés dat er niet bij laten zitten. Happy hour om tien uur in de ochtend, ik doe maar een suggestie.
___________
Laatste reacties